1 havo 03032025

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Comment c'était les vacances?
  • Lire, corriger
  • Quiz
  • Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Corriger ex. 23
  1.  14/20 - quatorze sur vingt
  2. 6/10 - 12/20
  3. 6,5/10 - treize sur vingt
  4. 10/10 - 20/20
  5. 4/10 - huit sur vingt
  6. 11/20 - onze sur vingt

Slide 3 - Diapositive

Corriger ex. 25
  1. attitude - Engels/Nederlands - houding/attitude
  2. akkoord - Nederlands - oke 
  3. language - Engels - taal
  4. genre - Nederlands - soort/genre

Slide 4 - Diapositive

Corriger ex. 26
  1. J'aime le français, c'est ma matière préférée
  2. Je n'aime pas les maths
  3. Mon prof de maths est sympa
  4. Mon prof d'espagnol est monsieur Lopez

Slide 5 - Diapositive

Corriger ex. 26
  1. J'aime le français, c'est ma matière préférée
  2. Je n'aime pas les maths
  3. Mon prof de maths est sympa
  4. Mon prof d'espagnol est monsieur Lopez

Slide 6 - Diapositive

Quiz sur la France

Slide 7 - Diapositive

quiz time

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel inwoners heeft Frankrijk ongeveer?
A
20 miljoen
B
100 miljoen
C
66 miljoen
D
17 miljoen

Slide 9 - Quiz

Frankrijk wordt bestuurd
door een...
A
Koning
B
Prins
C
President
D
Keizer

Slide 10 - Quiz

LE PETIT DEJEUNER FRANÇAIS?
(Het ontbijt bestaat uit?)
A
Le pain au fromage
B
Des œufs
C
Le vin rouge
D
Le croissant

Slide 11 - Quiz

Welke rivier stroomt er door Parijs?
A
Rhône
B
Seine
C
Loire
D
Garonne

Slide 12 - Quiz

Wat is de naam van dit monument?
A
Het Louvre
B
Notre Dame
C
De Eiffeltoren
D
Arc de triomphe

Slide 13 - Quiz

Wat is de naam van dit museum?
A
Het Louvre
B
Paleis van Versailles
C
De Champs-Elysées
D
Het Centre Pompidou

Slide 14 - Quiz

Welk eiland hoort bij Frankrijk
A
Tenerife
B
Madeira
C
Corsica
D
Sardinië

Slide 15 - Quiz

Aan welke landen grenst Frankrijk onder andere?
A
België, Luxemburg, Duitsland
B
Engeland, Portugal, Nederland
C
Spanje, Zwitserland, Italië
D
Monaco, Oostenrijk, Ierland

Slide 16 - Quiz

Wat is het volkslied van Frankrijk?
A
La Marseillaise
B
Une seule nuit
C
Le chant des Paris
D
La concorde

Slide 17 - Quiz

Welke stad heeft dezelfde naam als een wijnsoort?
A
Chardonnay
B
Merlot
C
Bordeaux
D
Beaujolais

Slide 18 - Quiz

Op welke dag valt de Nationale feestdag van Frankrijk?
A
14 juillet
B
14 juin
C
14 septembre
D
14 août

Slide 19 - Quiz

Op welke sport heeft de jaarlijkse 'Tour de France' betrekking?
A
Wielersport
B
Autosport
C
Atletiek
D
Paardrijden

Slide 20 - Quiz

Welk grandslam tennistoernooi wordt jaarlijks in Parijs gehouden?
A
US Open
B
Wimbledon
C
Australian Open
D
Roland Garros

Slide 21 - Quiz

Welke spel is typisch Frans?
A
Knikkerspel
B
Pétanque
C
Jeu boule de marbre
D
Fries kaatsspel

Slide 22 - Quiz

Wie is dit?

A
Willem-Alexander
B
Juan Carlos
C
Louis XIV
D
Vladimir Putin

Slide 23 - Quiz

Wat is het tenue van het Franse elftal?
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Hoe heet deze kaas?
A
Roquefort
B
Bleu d'Auvergne
C
Cantal
D
Camembert

Slide 25 - Quiz

Hoe heet dit dier dat symbool staat voor Frankrijk?
A
le lion
B
le coq
C
le chien
D
le chat

Slide 26 - Quiz

Hoe heet de hoogste berg van Frankrijk?
A
Mont ventoux
B
Les Alpes
C
Mont Blanc
D
Le monument

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

De bekende autoroute die veel Nederlanders rijden in de zomer richting Zuid-Frankrijk heet:
A
Autoroute du Sud
B
Autoroute du Soleil
C
Autoroute du Côte d'Azur
D
Autoroute du Marseille

Slide 29 - Quiz

Op welke dag valt de Nationale feestdag van Frankrijk?
A
14 juillet
B
14 juin
C
14 septembre
D
14 août

Slide 30 - Quiz

Welke plek is dit?
A
Le mont Dore
B
La tour Eiffel
C
Le Mont Saint Michel
D
Saint Malo

Slide 31 - Quiz

Welk museum is dit
A
Musée du Louvre
B
Palais de Versailles
C
Le Moulin Rouge
D
L'Opéra

Slide 32 - Quiz

Tu aimes ... ?
Oui, j'aime ... 
Non, je n'aime pas ... 

Slide 33 - Diapositive

Quelle est ta matière préférée?
Ma matière préférée, c'est ... 

Slide 34 - Diapositive

Qui est ton prof de ... ?
C'est monsieur ...
C'est madame ... 


Il/elle est sévère?
...

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Les devoirs
Apprendre: blokje F nf/fn hf 3 (zonder zinnen) + ww être

Faire: -

Slide 37 - Diapositive