Passive

Het onderwerp 'doet' iets
--> actief
Het onderwerp 'doet' niet zelf iets --> passief
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het onderwerp 'doet' iets
--> actief
Het onderwerp 'doet' niet zelf iets --> passief

Slide 1 - Diapositive

In het Nederlands:
Active sentence --> actieve/bedrijvende zin
Passive sentence --> passieve/lijdende zin

De leerlingen plagen de docent.
De docent wordt geplaagd (door de leerlingen).

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je de passive?
De passive wordt gebruikt als de nadruk niet ligt op wie iets doet, maar wel op wat er gedaan wordt. De handeling is belangrijker dan degene die het doet. Of: je weet helemaal niet wie het doet. Bijvoorbeeld:

The package was delivered yesterday. (het doet er niet toe door wie).
My bike has been stolen. (je weet niet door wie)


Slide 3 - Diapositive

Hoe maak je de passive?
De passive bestaat uit:
vorm van 'to be' + voltooid deelwoord

The rules are written on the board (by the teacher).
The song was played three times (by the dj).
The wall has been painted green (by my dad).

Slide 4 - Diapositive

Voltooid deelwoord:
  • regelmatige ww:  hele ww + ed   (play  -->  played)
  • onregelmatige ww: 3e vorm   (fly  --> flown)

Slide 5 - Diapositive

Hoe herken je een passive?
  1. Staat er een vorm van 'to be'?
    (am/are/is/was/were/have been/ has been/ had been/is being/etc.)
  2. Staat daarna een voltooid deelwoord? (played, broken etc.)
  3. Staat daarna 'by ....'? Zoniet, kun je 'by zombies' erachter 
    zetten?
Als aan deze 3 voldaan is  -->  het is een passive!
The poor girl was killed (by zombies).

Slide 6 - Diapositive

Eurocamp is planning a new campsite by the beach.
A
passive
B
active

Slide 7 - Quiz

This room has been painted blue.
A
passive
B
active

Slide 8 - Quiz

Cricket was probably invented in Australia.
A
passive
B
active

Slide 9 - Quiz

The school had bought new laptops for the new pupils.
A
passive
B
active

Slide 10 - Quiz

The friends have been looking forward to meeting her.
A
passive
B
active

Slide 11 - Quiz

The search will be stopped because of the storm.
A
passive
B
active

Slide 12 - Quiz

From active to passive...
Om een actieve zin passief te maken, moet het lijdend voorwerp vooraan in de zin komen te staan, als onderwerp van de passieve zin.
The cat chases the mouse.

'The mouse' wordt onderwerp van de passieve zin --> komt vooraan te staan
'chases' is een present simple --> present simple van "to be" --> is
gevolgd door het voltooid deelwoord van 'chase' --> chased
The mouse is chased by the cat.

onderwerp
lijdend voorwerp
onderwerp

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Van active naar passive: 4 stappen
  1. Zet het nieuwe onderwerp vd zin voorop: dit was het lijdend vw of meewerkend vw van de actieve zin.
  2. Kijk in welke tense de actieve zin staat.
  3. Gebruik deze tense voor het ww 'to be' in de nieuwe zin.
  4. Zet het voltooid deelw. erachter van het ww waar het om gaat.
    5. Alleen indien nodig: zet 'by...' erachter 

Slide 15 - Diapositive

Change into the passive:
We feed the animals every day.

Slide 16 - Question ouverte

Change into the passive:
The RSPCA rescued three cats.

Slide 17 - Question ouverte

Change into the passive:
The storm has destroyed the village.

Slide 18 - Question ouverte

De Nederlandse vertaling
Let op met de Nederlandse vertaling van de passive:
The car is repaired --> De auto wordt gerepareerd
The car was repaired --> De auto werd gerepareerd
The cars were repaired --> De auto's werden gerepareerd
The car has been repaired --> De auto is gerepareerd
The cars have been repaired --> De auto's zijn gerepareerd
The car had been repaired --> De auto was gerepareerd

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Ask a question you still have

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Lien

To work!
Wat: Maak 3.7 Catch Up van Unit 3.
Hoe: In Learnbeat.
Hulp: Probeer eerst zelf, overleg met buurman/buurvrouw, vraag docent
Tijd: Tot het einde van de les.
Klaar: Nakijken en oefenen met woordjestrainer in Learnbeat!

Slide 23 - Diapositive