H5.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

5.2

10 mei 1940: oorlog in Nederland.

Neutraal zijn lukt niet meer.

4 dagen gevechten

14 mei: bombardement van Rotterdam

Dreigementen

Overgave Nederland.

Verraad en verzet

Nederland = Germaans.

‘Moffen’

‘Gewoon leven’

Heulen met de Duiters = collaboreren

NSB’ers

Aan de andere kant: verzetshelden.

Georganiseerd verzet

Vechten tegen de Duitsers.

Zwaar gestraft.

Het laatste oorlogsjaar

In de herfst ’44: Zuid-Nederland bevrijdt.

Duitsers vochten te hard.

Gevolg --> Hongerwinter

5 mei: Bevrijdingsdag

Paragraaf 3: Hitler's moordmachine

Waarom en hoe probeerden de nazi’s joden uit te roeien?

60 tot 72 miljoen doden (1939-1945)

Hoeveel Joden zijn er vermoord in Wo2?

Concentratiekampen

Vernietigingskampen

Holocaust

Hoe komt het tot stand?

1. Joodse mensen worden ontslagen. (Nov' 40)

2. Joodse mensen worden geregistreerd. (Jan' 41)

3. Joodse mensen mogen niet meer naar openbare plekken. (Nov' 41)

4. Joodse mensen moeten een gele ster dragen (Mei '40)

Joodse mensen worden meegenomen in razzia's (Jun' 42)

Zigeuners

Gehandicapten

Psychiatrische patiënten

Homoseksuelen

Joden

Germanen

'Ariërs'

Anti-semitisme: Jodenhaat

'Der endlösung der Judenfrage

20 januari 1942: Der wannseekonferenz 

12.00 begint de conferentie, voor 14.00 is het afgelopen