Schrijfopdracht autobiografie

Schrijfopdracht autobiografie
Je leert een autobiografie schrijven over jezelf. Deze opdracht is een onderdeel voor een cijfer :) 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijfopdracht autobiografie
Je leert een autobiografie schrijven over jezelf. Deze opdracht is een onderdeel voor een cijfer :) 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Je hebt een start gemaakt met het schrijven van je eigen autobiografie en let hierbij op netheid, zinsbouw en spelling. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een autobiografie?
Een autobiografie is een levensverhaal dat geschreven is door degene om wie het gaat. Jij gaat dus zelf jouw levensverhaal schrijven. 

Sommige onderdelen zijn lastig in te vullen zonder hulp. Daarvoor hebben jullie de vragen bij opdracht 1a moeten maken. 

Slide 3 - Diapositive

Hoe gaan we dat doen?
-  We werken op de computer in een wordbestand
- We werken alleen in de lessen aan de opdracht. 

Slide 4 - Diapositive

Inhoud
Alinea 1: Jij
Alinea 2: Babytijd tot en met kleutertijd & je familie
Alinea 3: Basisschooltijd
Alinea 4: Middelbare school
Alinea 5: Toekomst





Slide 5 - Diapositive

Alinea 1 - Jij
Waar woon je? Met wie? 
Hoe zit jouw familie in elkaar? (Idee: teken een stamboom!) 
Hoe ziet je huis/je kamer eruit? 
Heb je huisdieren? Wat doe je in je vrije tijd? Sport je, lees je, doe je iets creatiefs? Wat vind je het allerleukst om te doen?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Alinea 2: Babytijd tot en met kleutertijd & je familie

Waar en wanneer ben je geboren? Hoe was je als baby? Wat vond je heel leuk en wat juist niet? Hield je van muziek, werd je graag voorgelezen, had je favoriet speelgoed? Wat was je lievelingsliedje/lievelingsboek?

Slide 8 - Diapositive

Alinea 3: Basisschooltijd
Op welke basisschool zat je? Hoe vond je het op de basisschool? Welke jaren vond je het leukst of juist het minst leuk? Had je een favoriete juf of meester? Wat vond je het leukst om te doen? Ben je op kamp geweest? Deden jullie een schoolmusical? Wie waren je beste vrienden of vriendinnen? Vond je het moeilijk op de basisschool of helemaal niet? Wat is je fijnste herinnering aan je tijd op de basisschool? Wat zal je nooit vergeten?

Slide 9 - Diapositive

Alinea 4: Middelbare school
Waarom koos je voor Het Kwadrant? Hoe vind je het tot nu toe? Hoe is je klas? Had je er zin in om naar de middelbare school te gaan of juist niet? Heb je nieuwe vrienden en vriendinnen gemaakt? Welke vakken vind je erg leuk en welke vakken vind je juist lastig of niet zo leuk? Hoe komt dat? Wat is voor jou het grootste verschil met de basisschool? Waar kijk je het meest naar uit hier op school? Wat wil je graag nog leren of doen in je tijd hier? 

Slide 10 - Diapositive

Alinea 5: Hoogte- en dieptepunten

Hier schrijf je over de leukste dingen die je in je leven hebt meegemaakt en, als je dat wil, over de minder leuke dingen die indruk hebben gemaakt op jou.

Slide 11 - Diapositive

Alinea 5: Toekomst
Wat wil je later worden? Welke studie wil je gaan doen? Waar wil je later wonen? Hoe ziet jouw ideale leven er later uit? Wat ga je doen om ervoor te zorgen dat dat gaat lukken? Beschrijf je plannen op het gebied van bijvoorbeeld studie, werk (wat), vriendschappen, woonplaats, woonvorm. 

Slide 12 - Diapositive

Alinea 6: Toekomst
Wat wil je later worden? Welke studie wil je gaan doen? Waar wil je later wonen? Hoe ziet jouw ideale leven er later uit? Wat ga je doen om ervoor te zorgen dat dat gaat lukken? Beschrijf je plannen op het gebied van bijvoorbeeld studie, werk (wat), vriendschappen, woonplaats, woonvorm. Verwerk de antwoorden op de volgende vragen ook in je tekst:
1. Welk advies geef je jezelf voor later? Geef een toelichting.
2. Welke vermoedens, zorgen of wensen heb je (gun je jezelf?). Geef een toelichting.

Slide 13 - Diapositive

Praktische afspraken
1. Elk hoofdstuk begint op een nieuw blaadje.
2. Je beschrijft alleen de voorkant van een blad.
3. Elk hoofdstuk bevat minimaal een half kantje geschreven tekst.
4. Je bewaart al je werk in een snelhechter en levert het ook zo in.
5. Je werkt alleen op school aan je autobiografie. Na elke les lever je je materiaal dus in.
6. De autobiografie wordt beoordeeld op compleetheid, de kwaliteit van je schrijfwerk (spelling, zinsbouw) en verzorging.

Slide 14 - Diapositive

Lesdoel
Je hebt een start gemaakt met het schrijven van je eigen autobiografie en let hierbij op netheid, zinsbouw en spelling. 

Slide 15 - Diapositive