O tijd indelen

Maak kennis met het vak geschiedenis 
Je leert hoe je tijd moet indelen 
Je leert de werkwijze van geschiedenis 
Jaartellingen
Eeuwen
Tijdvakken 
Controle vragen 
Blz 4 en 5 werkboek 
Samenvatting
Wat heb je geleerd? 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maak kennis met het vak geschiedenis 
Je leert hoe je tijd moet indelen 
Je leert de werkwijze van geschiedenis 
Jaartellingen
Eeuwen
Tijdvakken 
Controle vragen 
Blz 4 en 5 werkboek 
Samenvatting
Wat heb je geleerd? 

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan
bij geschiedenis?

Slide 2 - Carte mentale






Zo werk je met Feniks

Slide 3 - Diapositive

De tijd indelen

Slide 4 - Diapositive

Werkwijze in de les
Instructie docent
lezen paragraaf
opdrachten maken

dit blijf je herhalen 

Slide 5 - Diapositive

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 6 - Diapositive

De tijd in stukjes indelen, dat klinkt best moeilijk! Maar je weet al hoe dat moet!

Hoe lang duurt deze geschiedenisles?
A
40 minuten
B
45 minuten
C
50 minuten
D
55 minuten

Slide 7 - Quiz

Bij het vorige antwoord zeiden we: 'een stukje tijd'.

Welke woorden zijn dat nog meer?
A
kilometer, meter, klok, maand
B
Klok, kalender, maand, korter
C
Eeuw, dag , uur, kwartier, seconde
D
Kwartier, uur, klok, tijdbalk

Slide 8 - Quiz

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat ongeveer geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2060 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Lees de jaartelling (blz 6)

Maak daarna opdracht 7 in je werkboek
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 18 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 19 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 20 - Quiz

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 21 - Quiz

De tien tijdvakken

Slide 22 - Diapositive

Tijd indelen 

Slide 23 - Diapositive

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Kun jij deze tijdvakken op de juiste volgorde zetten?

Slide 26 - Question de remorquage

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 27 - Quiz

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 28 - Quiz

Aan de slag
Lees blz 6 en 7 van je lesboek

Maak nu de opdrachten 8, 9, 10 en 11 in je werkboek.


timer
20:00

Slide 29 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Question ouverte