Unit 5 Introduction / Francophonie
1 / 23
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Welke zin zegt Kenny B
tegen het meisje?
tegen het meisje?
A
Mademoiselle tu es
très belle.
B
Je parle haut et français.
C
Toujours mon amour.
D
Je suis Néerlandais.
Slide 4 - Quiz
Welke zin zegt het meisje
tegen Kenny B?
tegen Kenny B?
A
Bonjour mon amour.
B
J'habite à Paris.
C
Tu es un petit
peu belle.
D
Je suis Néerlandaise.
Slide 5 - Quiz
Wat betekent "je t'aime"?
Slide 6 - Question ouverte
Welke bekende plekken in Parijs
wil hij met haar bekijken?
wil hij met haar bekijken?
Slide 7 - Carte mentale
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Ben je wel eens naar een Franstalig
land op vakantie geweest? Welk?
land op vakantie geweest? Welk?
Slide 10 - Question ouverte
De hoeveelste wereldtaal is Frans?
A
3e
B
4e
C
5e
D
6e
Slide 11 - Quiz
Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans?
A
200 miljoen
B
300 miljoen
C
400 miljoen
D
500 miljoen
Slide 12 - Quiz
In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?
A
5
B
9
C
17
D
29
Slide 13 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Frankrijk?
A
Brussel
B
Madrid
C
Parijs
D
Rome
Slide 14 - Quiz
Wat zijn de kleuren van de Franse vlag?
A
blauw, wit, rood
B
geel en groen
C
zwart, geel, rood
D
rood en wit
Slide 15 - Quiz
Welke gerecht is typisch Frans?
A
braadworst
B
paëlla
C
pizza
D
quiche
Slide 16 - Quiz
Welk land in Europa is NIET Franstalig?
A
België
B
Luxemburg
C
Zweden
D
Zwitserland
Slide 17 - Quiz
Welk West-Afrikaans land is NIET Franstalig?
A
Gambia
B
Ivoorkust
C
Mali
D
Senegal
