Lezen paragraaf 1.1 Het leven van jager-verzamelaars, handboek bladzijdes 10 en 11
Maken uit je opdrachtenboek van paragraaf 1.1 vraag 3,5,7 en 14, bladzijdes 8 en 9
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Huiswerk vandaag
Lezen paragraaf 1.1 Het leven van jager-verzamelaars, handboek bladzijdes 10 en 11
Maken uit je opdrachtenboek van paragraaf 1.1 vraag 3,5,7 en 14, bladzijdes 8 en 9
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil tussen de historie en de prehistorie?
Slide 2 - Question ouverte
Leg uit wat protohistorie is
Slide 3 - Question ouverte
1.2 De opkomst van de landbouw + 1.3 De eerste steden handboek bladzijdes 12 t/m 15
Slide 4 - Diapositive
KA
Ontstaan eerste stedelijke gemeenschappen
Slide 5 - Diapositive
Evolutie
Hele langzame ontwikkeling
Revolutie
Plotselinge, snelle verandering
Slide 6 - Diapositive
11000 v. Chr. Neolithische revolutie Vruchtbare halve maan
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
1.3 De eerste steden
Begripsverduidelijking: Irrigatielandbouw = landbouw gebruik makend van kunstmatige (= door mens gemaakt) watertoevoer
Ambachten: beroep waarmee je iets met de hand maakt
Nijverheid: bedrijvigheid waarbij grondstoffen worden verwerkt
Slide 15 - Diapositive
1.3 De eerste steden
Om een samenleving goed te leiden waren er leiders nodig. Er ontstond een hiërarchie / gelaagde samenleving:
De monarch (koning)
Priesters (onderhouden contact met de goden)
Ambtenaren (helpen bij het bestuur)
Handelaren (kopen, vervoeren en verkopen van producten) en ambachtslieden (gespecialiseerd in een ambacht)
Boeren en slaven
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
1.3 De eerste steden
Een koning moet zijn volk goed verzorgen, dus ...
Er moesten voorraden worden aangelegd
Een deel van het geproduceerde voedsel moest dus worden afgestaan aan de koning (belasting)
Om problemen te voorkomen moest worden bijgehouden welke regels er waren en hoeveel voedsel er was geproduceerd
Het schrift werd uitgevonden.
Kwam daarmee een eind aan de prehistorie?
Men vond het schrift uit.
Spijkerschrift
Slide 18 - Diapositive
1.3 De eerste steden
Cultureel: in de steden geloofden men in meerdere goden, zij waren polytheïstisch
Economisch: de steden kenden verschillende ambachten, maar waren afhankelijk van landbouw (dus boeren)
Politiek: de steden werden geregeerd door een vorst.
Sociaal: de rest van de mensen waren onderdaan en betaalden belasting. Daarmee betaalde de vorst de verschillende lagen van de bevolking
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
CE-vraag
In 1274 v. Chr. vond er een veldslag plaats tussen de legers van de Hittitenkoning Muwatali II en de Egyptische farao Rames II. Tijdens de veldslag werden door de Egyptenaren 2000 strijdwagens met ieder 3 soldaten ingezet.De Hittiten hadden 3000 strijdwagens met elk 2soldaten. Daarnaast hadden beide legers meer dan 10000 voetsoldaten tot hun beschikking.
Hieruit kun je concluderen dat zowel bij de Hittiten als bij de Egyptenaren sprake was van een landbouwsurplus