Oefentoets spelling H1 t/m H6

1 maart 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1 maart 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Taalverzorging belangrijk in toets schrijven 
- Oefenen! 


Slide 2 - Diapositive

... (Leiden) jij deze mensen naar de uitgang?

Slide 3 - Question ouverte

Deze folder ... (misleiden) veel nietsvermoedende consumenten.

Slide 4 - Question ouverte

Welke bewering is onjuist over het schrijven?

A
Je schrijft windstreken met een kleine letter: het oosten, zuidwest
B
Je schrijft dagen en maanden met een hoofdletter: Maandag, Dinsdag, Januari, Oktober.
C
Namen van seizoenen en periodes schrijf je met een kleine letter: herfst, de ijstijd
D
Je schrijft religies, stromingen en afleidingen daarvan met een kleine letter: christendom, islamieten

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

A
moederkindje
B
moederskindje

Slide 6 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Groenteboer
B
Groentenboer

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
auto ongeluk
B
autoöngeluk
C
auto-ongeluk
D
autoongeluk

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
vwo leerling
B
vwoleerling
C
vwo-leerling

Slide 9 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.


A
belooft
B
beloofd

Slide 10 - Quiz

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 11 - Quiz

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
1,5 meter-samenleving
B
anderhalve meter samenleving
C
anderhalvemetersamenleving
D
1,5metersamenleving

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
westen
B
Westen

Slide 15 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
bouw- en onderhouds werkzaamheden
B
bouw en onderhoudswerkzaamheden
C
bouw en onderhouds werkzaamheden
D
bouw- en onderhoudswerkzaamheden

Slide 16 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
s' Ochtends eet ik altijd havermout.
B
's Ochtends eet is altijd havermout.
C
'S ochtends eet ik altijd havermout.
D
S' ochtends eet ik altijd havermout.

Slide 17 - Quiz

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

als je de stad nog nooit bezocht hebt moet je in ieder geval het noordelijke gedeelte bekijken

Slide 18 - Question ouverte

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

in de avond loopt ronald de goede altijd een laatste rondje met de hond want mevrouw de goede blijft na negenen liever binnen

Slide 19 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Hij […] vandaag.

Slide 20 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Wij […] gisteren.

Slide 21 - Question ouverte

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Zij hebben […].

Slide 22 - Question ouverte

In welke zin is het werkwoord correct vervoegd?

Mijn zusje heeft deze zomer […] in Australië.
A
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpackt in Australië.
B
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpackd in Australië.
C
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpacket in Australië.
D
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpacked in Australië.

Slide 23 - Quiz

Welke bewering is onjuist?
A
samenstellingen van drie woorden of minder schrijf je niet aan elkaar: tennis racket, basket bal
B
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel schrijf je aan elkaar: dichtbevolkt, stomverbaasd.
C
veel samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar: autorijden, losmaken, pianospelen
D
getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar: honderdduizend, zestienduizend

Slide 24 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
pro actief
B
proactief
C
pro-actief

Slide 25 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
hockeyelftal
B
hockey elftal
C
hockey-elftal

Slide 26 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonen soep
D
bruinebonensoep

Slide 27 - Quiz

Maak de juiste samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.
1. hoog+school
2. varken+snuit
3. lach+bek
4. bed+goed

Slide 28 - Question ouverte

Hoe beheers je taalverzorging?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

CONTROLEER JE TEKST 
Kijk je tekst goed na in Learnbeat. Controleer op: 

- Spelling
- Formuleren
- Leestekens
- Hoofdletters

Slide 30 - Diapositive