3TL 4.3 Proeven ruiken voelen Les 1

Dolfijnen bepalen door middel van echolocatie hun locatie en die van andere dieren of voorwerpen in het water. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden, die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. Het teruggekaatste geluid kan de dolfijn opvangen met zijn onderkaak. Door de sterkte van het signaal kan de dolfijn bepalen hoe ver hij verwijderd is van de vis.

Met welk zintuig of welke zintuigen van de mens komt dit systeem van echolocatie (het opvangen van geluid) het meest overeen? Leg je antwoord uit.
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Dolfijnen bepalen door middel van echolocatie hun locatie en die van andere dieren of voorwerpen in het water. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden, die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. Het teruggekaatste geluid kan de dolfijn opvangen met zijn onderkaak. Door de sterkte van het signaal kan de dolfijn bepalen hoe ver hij verwijderd is van de vis.

Met welk zintuig of welke zintuigen van de mens komt dit systeem van echolocatie (het opvangen van geluid) het meest overeen? Leg je antwoord uit.

Slide 1 - Question ouverte

Begintaak
Dolfijnen bepalen door middel van echolocatie hun locatie en die van andere dieren of voorwerpen in het water. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden, die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. Het teruggekaatste geluid kan de dolfijn opvangen met zijn onderkaak. Door de sterkte van het signaal kan de dolfijn bepalen hoe ver hij verwijderd is van de vis. 
--> Met welk zintuig of welke zintuigen van de mens komt dit systeem van echolocatie (het opvangen van geluid) het meest overeen?  Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Diapositive

Begintaak antwoord
Gehoorzintuig. Dat vangt luchttrillingen op die geluid veroorzaken.

Slide 3 - Diapositive

Waarnemen en reageren
4.1 Waarnemen 
4.2 Zien en horen les 2
4.3 Proeven, ruiken, voelen
4.4 Zenuwstelsel
4.5 Reageren door impulsen
4.6 Reageren door hormonen

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de zintuigen in de tong en neus benoemen hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen uit welke lagen de huid is opgebouwd.
  • Je kunt de zintuigen in de huid benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe de huid helpt bij het constant houden van je temperatuur. 

Slide 5 - Diapositive

Proeven en ruiken
5 smaken: zout - zuur - bitter - zoet - umami.

De hersenen krijgen op hetzelfde moment impulsen van smaakzintuigcellen en van de reukzintuigcellen. 
Ze combineren deze informatie: je proeft de smaak.

Slide 6 - Diapositive

Zintuigen in je huid

Slide 7 - Diapositive

Zintuigen in de huid
  • Warmtezintuig
prikkel: hogere temperaturen
  • Koudezintuig
prikkel: lagere temperaturen
  • Tastzintuig
prikkel: hoe voelt iets aan
  • Pijnzintuig
prikkel: pijn

Slide 8 - Diapositive

De 
temperatuur 
van je 
lichaam is 
ongeveer 
37℃

Slide 9 - Diapositive

Als je verkouden bent proef je minder.
Waardoor komt dat?
A
de geurstoffen komen niet bij je smaakpapillen
B
De geurstoffen komen niet bij je reukzintuig
C
Je tong is te droog
D
Je tong is te vochtig

Slide 10 - Quiz

Huiswerk
Lezen blz 39 t/m 47
Maken opdracht 1 t/m 19

Volgende les:
Zenuwstelsel

Slide 11 - Diapositive