Quiz theorievragen ww-spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Theorievragen spelling

Hoe vind je de PV?

In een zin kan maar één PV staan.

1. juist
2. onjuist

De stam en de ik-vorm zijn altijd precies hetzelfde.

1. juist
2. onjuist

Je schrijft stam + t:

1. bij de ik-vorm
2. bij de wij-vorm
3. bij de hij/ zij/ het-vorm
4. bij alle vormen in de tt

Noem 3 sterke werkwoorden. Zet de PV VT erachter.

Wanneer gebruik je 't ex-kofschip?

1. sterk ww - tt
2. sterk ww- vt
3. zwak ww - tt
4. zwak ww - vt

Bij welke ww-vorm gebruik je 't ex-kofschip nog meer?

Een voltooid deelwoord kan met -dt eindigen.

1. juist
2. onjuist

Leg de kofschip-regel kort uit zonder een vb te noemen.

Hoe spel je een tegenwoordig deelwoord?

Als er een tegenwoordig deelwoord in de zin staat, is er ook altijd nog een PV.

1. juist
2. onjuist

Een voltooid deelwoord kan als enige werkwoordsvorm in een zin staan.

1. juist
2. onjuist

Als je of jij achter de pv staat, schrijf je altijd de ik-vorm.

1. juist
2. onjuist

Hoe schrijf je de infinitief?

Hoe herken je een vd als bn?

Hoe schrijf je een vd als bn?

1. je gebruikt de kofschip-regel
2. altijd met een -e achteraan
3. zo kort mogelijk

TOT SLOT!
Schrijf alle 6 de werkwoordsvormen op die je moet kennen. Afkorten mag.