2.4 Blessures

• Biologie
• Middelbare school

2.4 Blessures

theorie

Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten. 

Blessures

Voorbeelden:

Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog

Botbreuk

Recht zetten + gips en/of een operatie

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 

Ontwrichting

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).

De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 

Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 

Verstuiking

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 

Knieblessure

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 

Knieblessure

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 

Spierblessures

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.

Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 

Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag

Spierblessures

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 

Kneuzing

Voorkomen blessures

1. Kleding en beschermende middelen.

2. intapen.

3. warming-up

4. cooling-down

0

0

0

0