Haar- en Hoofdhuiddiagnose - wassen en masseren

Haar- Hoofdhuiddiagnose
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Haar- Hoofdhuiddiagnose

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoofdhuid kan normaal, droog of vet zijn.
Wat zijn de kenmerken van deze soorten hoofdhuid?
Dat leer je in dit hoofdstuk. 
We kennen de volgende soorten hoofdhuid:

  • Normale hoofdhuid
  • Droge hoofdhuid
  • Vette hoofdhuid
  • Geïrriteerde hoofdhuid
 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoofdhuid

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Normale hoofdhuid
Bij een normale huid zijn de vocht- en vetbalans beide optimaal.

Kenmerk:
Een normale huid ziet er rustig uit. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Droge hoofdhuid

Dit is een huid die droog aanvoelt en schrale, schilferige plekken kan vertonen.

Kenmerken van een droge huid: 
- Lage talgproductie, het haar is nog niet vet als het al drie dagen niet is gewassen.
- Schilferig, roos.
- Jeuk.
- Geirriteerd, rode plekjes. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geirriteerde hoofdhuid
De hoofdhuid is geïrriteerd als er rode gevoelige of jeukende plekjes aanwezig zijn.
Er is pas sprake van roos als er schilfers op de hele hoofdhuid zitten.

Wratjes zijn uitstulpende bultjes op de hoofdhuid.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vette hoofdhuid

De haren voelen vettig aan en de haren aan de aanzet plakken aan elkaar.
 
 Kenmerken van een vette huid:

- Het haar plakt aan elkaar bij de aanzet.
- De hoofdhuid voelt vet aan.
- Als het haar slechts 1 dag niet is gewassen is het haar en de hoofdhuid alweer vet.
- In de hoofdhuid zitten grove poriën.
- De talgproductie is hoog.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Haarinplant en Kruin
Haarinplant: Groeirichting en de haardichtheid
Kruin = groeirichting van het haar
Vaak bovenop het hoofd, maar ook op haargrens en/of in de nek



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer Cremespoeling en wanneer Kuur? 
Bij droog haar zet je een conditioner in om het haar te voeden, te ontwarren en pluis tegen te gaan. Conditioner gebruik je voor de lengtes van het haar en haarpunten om je haar zacht en soepel te maken, klitten en knopen gemakkelijker los te kunnen kammen en je haar te laten glanzen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kuur
is een intensieve behandeling waarbij het haar extra wordt verzorgd

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het haar

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoofdhuid kan normaal, droog of vet zijn.
Wat zijn de kenmerken van deze soorten hoofdhuid?
Dat leer je in dit hoofdstuk. 
We kennen de volgende soorten haar:

  • Droog haar
  • Normaal haar
  • Vet haar
  • Beschadigd haar (poreus)
  • Zeer beschadigd haar (zeer poreus)
 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Droog haar
Droog haar ziet er pluizig en weerbarstig uit.
Droog haar glanst niet.

* Droog haar is vaak geverfd (chemisch behandeld)
* Is meestal veel behandeld met een stijltang, föhnen zonder beschermend product zoals schuim, serum of hittebeschermer.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Normaal haar
Het haar ziet er gezond uit.
- Het glanst
- Het is niet chemisch behandeld. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vet haar
Het haar glanst aan de aanzet.
- Het haar plakt aan elkaar.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschadigd haar
Beschadigd haar ziet er niet meer gezond uit. 

  • Breekt snel
  •  Het glanst niet en de punten zijn dun en breekbaar.
  • Er zit weinig tot geen veerkracht in, de haarschubben staan ver open.

Slide 16 - Diapositive

Wat valt op aan het beschadigde haar?
Zeer beschadigd haar
Zeer beschadigd haar is naast de kenmerken van beschadigd haar ook erg stug. 

Zeer beschadigd haar is vaak chemisch behandeld. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de paren
Normale huid
Droge huid
Vette huid
Geïrriteerde huid
Ziet er rustig uit.
Lage talgproductie, schilferig, roos, jeuk, geïrriteerd en rode plekjes.
In hoofdhuid zitten grove poriën en talgproductie is hoog.
Rode gevoelige of jeukende plekjes.

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de paren
Droog haar
Normaal haar
Vet haar
Beschadigd haar
Zeer beschadigd haar
Pluizig, weerbarstig en glanst niet.
Gezonde glans.
Glanst bij aanzet en haar plakt aan elkaar.
Ziet er niet meer gezond uit. De haarschubben staan open.
Stug haar, breekt snel, glanst niet, de punten zijn dun en breekbaar. Weinig tot geen veerkracht. De haarschubben staan ver open.

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je de toestand van de huid en haren van een klant bepalen?
A
Je weet daardoor hoeveel je van de punten moet knippen.
B
Je past de wastechniek, massage en verzorgingsproducten hierop aan.
C
Dan duurt het niet lang voordat het haar droog is.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn 2 kenmerken van zeer beschadigd haar?
A
Het breekt snel en glanst.
B
Het glanst niet en de haarschubben staan ver open.
C
De punten zijn dun en breekbaar en zit weinig tot geen veerkracht in.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk type haar hoort de volgende omschrijving: 'Het haar glanst aan de aanzet.'
A
Droog haar
B
Beschadigd haar
C
Vet haar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat laat de haarinplant zien?
A
Groeirichting en haarstructuur.
B
Haardichtheid en haarstructuur.
C
Groeirichting en haardichtheid.
D
Haarstructuur en haardikte.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bepaal je de haarinplant?
A
Je maakt een scheiding.
B
Je pakt een stukje haar op van één bij één centimeter.
C
Je bekijkt de kruin.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Shampoo

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 dingen zijn belangrijk bij het kiezen van de juiste shampoo?
A
Conditie van hoofdhuid en lengte van het haar.
B
Conditie van het haar en hoofdhuid.
C
Lengte van het haar en sterkte van krul.
D
Sterkte van krul en dikte van haar.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Shampoo
  • Bedoeld om het haar en de hoofdhuid te reinigen
  • Verschillende soorten shampoos met verschillende functies
  • keuze shampoo na een hoofd en haar diagnose 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de verpakking van shampoo staat: ''herstelt het haar'' voor welk type haar/huid is deze shampoo?
A
shampoo voor vet haar
B
shampoo voor droog/beschadigd haar
C
shampoo voor gekleurd haar
D
shampoo voor anti roos

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:43
Welke 2 dingen zijn belangrijk bij het kiezen van de juiste shampoo?
A
Conditie van hoofdhuid en lengte van het haar.
B
Conditie van het haar en hoofdhuid.
C
Lengte van het haar en sterkte van krul.
D
Sterkte van krul en dikte van haar.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:47
Welke werking heeft shampoo tegen roos?
A
Doodt bacteriën
B
Herstelt het haar
C
Sluit de haarschubben
D
Voedt het haar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:59
De hoofdhuid van een klant is trekkerig en schraal, het haar is dof en breekbaar. Wat is de beste manier om het haar en de hoofdhuid te behandelen?
A
Massage: tapotement/ Shampoo: droog haar
B
Massage: petrissage/ Shampoo: droog haar
C
Massage: effleurage/ Shampoo: normaal haar
D
Massage: petrissage/ Shampoo: normaal haar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:14
Welke uitwerking heeft een haarpakking op het haar?
A
Maakt het haar statisch.
B
Vermindert de conditie van het haar.
C
Maakt het haar beter doorkambaar.

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wassen van het haar

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een juist voorbeeld van ergonomisch werken tijdens het wassen?
A
Buig naar de wasbak toe.
B
Draag schoenen met een hoge hak.
C
Werk met een rechte rug en overstrekte knieën.
D
Zet de wasbak op de hoogte van jouw ellebogen.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wastechnieken
Wastechniek is de druk die je uitoefent. Druk stimuleert de talgklieren

Oppervlakkige wastechniek = vette hoofdhuid
  • Geen tot lichte druk op haar en hoofdhuid
  • Vlakke hand

Normale wastechniek = normale hoofdhuid
  • Normale druk op haar en hoofdhuid
  • Hand licht gebogen en iets meer druk met je vingers

Dieptewastechniek = droge hoofdhuid.
  • Stevige druk op haar en hoofdhuid.
  • Bolvormige hand en flinke druk met je vingers.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende massages
Kneedmassage (petrisage) 
  • Doel: Afvoer van afvalstoffen en zorgt voor extra talgproductie.
  • Voor wie: Slecht doorbloede huid en bij droge huid en haar.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende massages
Klopmassage (tapotement)
  • Doel: Doorbloeding verbeteren en spieren ontspannen.
  • Voor wie: Slecht doorbloede huid, vette huid en als spieren erg gespannen zijn.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stevige druk zorgt voor ontspanning.
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelle bewegingen zorgen voor een actievere bloedsomloop.
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken bij de effleurage /wrijfmassage?
A
Talgklieren activeren.
B
Toepassen bij normale hoofdhuid.
C
Korte snelle bewegingen.

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke massage trommel je met je vingers op de hoofdhuid?
A
B
Petrisage
C
Tapotement
D
Effleurage

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions