2.3 Geld te kort?

2.3 Geld te kort?
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

2.3 Geld te kort?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 3 - Diapositive

Koop je wel eens iets via buy now pay later? Bijvoorbeeld via Klarna of Riverty?

Slide 4 - Sondage

Als je leent betaal je met geld van...

Slide 5 - Diapositive

Waarom zou je lenen?
Lenen omdat het moet OF lenen omdat het kan

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Onverwacht dringend geld nodig hebben
Niet willen wachten tot je genoeg gespaard hebt
Abonnement op nieuwste iPhone 
Wasmachine gaat stuk
Afterpay gebruiken tijdens black friday
iPad gaat stuk en je hebt deze nodig voor  school

Slide 8 - Question de remorquage

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 9 - Diapositive

Maak opdracht 1, 3, 4 
(blz. 54+55)
Tijd: 5 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Maak opdracht 5 t/m 8
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Lenen bij een bank
Bladzijde 55, blauwe tekstvak

Slide 11 - Diapositive

Wat is meerderjarig?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Maandtermijn
Rente per maand + aflossing per maand = maandtermijn

Slide 14 - Diapositive

Waarom wil de bank weten hoeveel je verdient?

Slide 15 - Diapositive

Aflossing
Maandtermijn
Rente
Vast bedrag per maand om lening terug te betalen
Een vergoeding die je aan de bank betaalt omdat je geld hebt geleend
Het terugbetalen van een deel van het geleende geld

Slide 16 - Question de remorquage

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 17 - Diapositive

Maak opdracht
5, 6, 7, 8 (blz. 56)
Tijd: 5 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Huiswerk: 1 t/m 8
Klaar? Lees blauwe tekstvak blz 57
timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk op tafel
Blz. 54, 55, 56

Slide 19 - Diapositive

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 20 - Diapositive

Wat kost een lening?
Blauw tekstvak op blz 57 bovenaan

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat kost een lening?
Alles wat je meer moet betalen dan de aflossingen.
Geld aflossen zijn uitgaven, maar noemen we geen kosten.

Slide 23 - Diapositive

Voorbeeld proefwerkvraag
Zoë heeft €5000 geleend en betaald over 60 maanden totaal €5400.
Wat zijn de kosten van de lening? 
Wat is het termijnbedrag?

Slide 24 - Diapositive

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 25 - Diapositive

Maak opdracht
9 t/m 13 (blz. 57)
Tijd: 7 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 58
timer
7:00

Slide 26 - Diapositive

Hoeveel procent is dat?
Rekenen met procenten = verhoudingstabel maken

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Voorbeeldvraag proefwerk
Je hebt €6000 geleend bij de bank. In totaal moet je €6500 betalen voor de lening, inclusief rente en administratiekosten.
Hoeveel procent van het geld dat je moet terugbetalen aan de bank zijn kosten? 

Slide 29 - Diapositive

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 30 - Diapositive

Maak opdracht
14 t/m 17 (blz. 53)
Tijd: 7 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Rekenopdrachten
timer
5:00

Slide 31 - Diapositive

Volgende les

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo