C2 (wk 46, les 1) , woorden disk uiterlijk, interpunctie

Plattegrond
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4Leerroute 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Plattegrond

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom C2!
17-11-2021
mevrouw Hilde

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je?
Je leert nieuwe woorden die te maken hebben met het thema 'uiterlijk'

Je leert wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning presentaties

Presentaties volgende week woensdag voor iedereen (24-11).

Telt 1x.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uiterlijk
(appearance)

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je 
een hoofdletter?

Slide 6 - Carte mentale

Wanneer gebruik je hoofdletters?
LEESTEKENS

Wanneer gebruik je?

- punten .....

- vraagtekens ?????

- uitroeptekens !!!!!!

- komma's   ,,,,,,,,

- Apostrof ''''''''

- dubbele punten ::::::::::

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KOMMA (1)

- Als pauzeteken in een zin


Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KOMMA (2)

- Tussen de delen van een opsomming


Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KOMMA (3)

- Tussen twee persoonsvormen


Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.



Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het schilderij dat verplaatst moest worden heeft de operatie goed doorstaan

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

toen ze thuis kwam zag ze dat de kerstverlichting al brandde

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

UITROEPTEKEN

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven


Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DUBBELE PUNT (1)

- Voor een opsomming


Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DUBBELE PUNT (3)

- Voor een aankondiging


Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.



Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DUBBELE PUNT (2)

- In plaats van want of immers (uitleg)


Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ik wil van de zomer niet naar athene het is me daar te warm

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'aanhalingstekens'
Je gebruikt aanhalingstekens bij...
bijvoorbeeld
bij citaten (de direte rede)
- Peter zei: 'Dat vind ik leuk!'
- 'Dat vind ik leuk', zei Peter.
- 'Dat vind',  zei Peter, 'ik leuk!'
- 'Dat vind ik leuk,' zei Peter, 'dat vliegeren.'
Als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis.
Hoe spel je ook alweer 'volière'?  
Als je iets spottend bedoelt. 
Nou, wat was die grap 'geslaagd' zeg. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ik zei ik wil van de zomer niet naar athene

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst over de 'Nederlandse berg' en plaats de hoofdletters en leestekens.

Daarna bespreken.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordspel: beeld een woord uit of maak een zin met een woord.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoolwerk

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions