Les 9 Urine en ontlasting

Uitscheiding
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Doel
Na deze les kan ik:
- de basisbegrippen bij urine en ontlasting beschrijven.
- beschrijven waarop ik moet observeren bij urine en ontlasting
beschrijven wat incontinentie is en hoe ik moet handelen bij mensen die incontinent zijn

Slide 2 - Diapositive

Urinewegen

Urine sijpelt vanuit de verzamelbuizen via nierkelk in nierbekken.

Hier beginnen de urinewegen.

De volgende organen maken deel uit van de urinewegen:

  • Nierbekken
  • Twee urineleiders
  • Urineblaas
  • Urinebuis

Slide 3 - Diapositive

Urine
Bestaat uit: 

- Afvalstoffen (Ureum, creatinine, urinezuur)
- Water (95%)
- Zouten
- Schadelijke stoffen

Slide 4 - Diapositive

Observatiepunten bij urine
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Helderheid
  • Geur
  • De manier waarop de cliënt urineert

Slide 5 - Diapositive

Hoeveelheid
Per dag produceert een volwassene ongeveern 1,5 liter urine.

Afhankelijk van:
  • vochtinname
  • traspiratie of braken.

Slide 6 - Diapositive

Kleur

Slide 7 - Diapositive

Kleur

  • Licht geel: veel water in de urine.
  • Donker geel: weinig water in de urine.
  • Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
  • Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.

Slide 8 - Diapositive

Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.

Bij een infectie is de urine troebels en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.

Slide 9 - Diapositive

Geur

  • Normaal ruikt de urine naar ammoniak.
  • Diabetes: zoete geur of naar aceton.
  • Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.

Slide 10 - Diapositive

1 tot anderhalve liter
Afhankelijk van de vloeistoftoevoer produceert een gezond persoon in 24 uur ongeveer 1000 tot 1500 ml urine, die twee tot zesmaal per dag wordt uitgescheiden. Daarbij is de urineproductie niet op ieder moment van de dag even groot. De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

verschijnselen urineweginfectie
  • steeds aandrang  om te moeten plassen
  • branderig gevoel bij plassen
  • steeds kleine beetjes plassen
  • pijnlijk gevoel in de onderbuik
  • troebele urine
  • soms verwardheid
  • verhoging of koorts

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Thema ontlasting

Slide 16 - Diapositive

Ontlasting
  • Kleur
  • Geur
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Samenstelling
  • Manier van defeceren
  • Spontaan verlies ontlasting

Slide 17 - Diapositive

hoeveelheid
hangt af van wat iemand eet 

normaal tussen de 100 en 200 gram per dag

Slide 18 - Diapositive

kleur
normaal donkerbruin
door eten of medicatie kan de kleur veranderen (bietjes)

grijs-wit;aandoening gal of lever
zwart; bloed in ontlasting of ferro ; med voor bloedarmoede
helderrood; bloeding in laatste deel van de darmen

Slide 19 - Diapositive

geur
ruikt niet fris

maar als het heel sterk ruikt kan het wijzen op infecties in de darmen of bloed in de ontlasting

Slide 20 - Diapositive

samenstelling
- Ongeveer 75% water
- afgeschilferd darmslijmvlies
- zouten en slijm
- bacteriën
-ongeveer 10% afvalproducten
- galkleurstof

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Defecatieproblemen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Wat is incontinentie

  • Is onwillekeurig verlies van urine of ontlasting
  • Incontinentie van urine komt vaker voor dan incontinentie van ontlasting
  • één op de 20 mensen lijdt aan een of ander vorm van incontinentie
  • urine-incontinentie komt niet alleen bij ouderen voor.
  • urine-incontinentie komt veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Urine-incontinentie = onwillekeurig verlies van urine

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive


Risico's en gevolgen bij incontinentie.
Urine en feces beschadigen de huid 
doordat deze o.a. zouten en zuren bevatten.



  •  roodhuid 
  • het vocht weekt de huid en kwetsbaar.
  • oppervlakkige huidlaag gaat stuk
  • risico op infectie door bacteriën

Slide 32 - Diapositive

tips voor goede continentiezorg
  •  Kies de juist maat per persoon. S, M, L, XL,XXL.
  • welk absorptievermogen is nodig.
  • urine indicator geeft aan wanneer het tijd is om te verwisselen.
  • bij inleggers, goed sluitend ondergoed of Fix stretchbroekjes gebruiken.
  • altijd een plasgoot vouwen.
  • Verband moet goed aansluiten in de liezen

Slide 33 - Diapositive

QUIZ

Slide 34 - Diapositive

De functie van de blaas is ...
A
Filteren van urine
B
Urine vormen
C
Tijdelijk opslaan van urine
D
Voert urine af

Slide 35 - Quiz

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 36 - Quiz

Normaal plas je 1 liter per dag?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Bij wie kan incontinentie voorkomen?
A
Kinderen
B
Volwassenen
C
Ouderen
D
Iedereen

Slide 38 - Quiz

Wat betekent incontinent zijn
A
Dat je ontlasting heel hard is.
B
Dat je niet kunt plassen.
C
Dat je niet kunt plassen en ontlasten.
D
Dat je geen controle hebt over je sluitspieren

Slide 39 - Quiz

Je kan de opvangcapaciteit van een incobroekje vergroten
door er een extra inlegger in te doen.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

welke stelling over incontinentie is NIET WAAR
A
Goede huidverzorging is belangrijk
B
Incontinentiemateriaal verschoon je op vaste momenten
C
het bed bescherm je met een matje
D
Goede hygiëne is belangrijk

Slide 41 - Quiz

Mictie is een ander woord voor ontlasting produceren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

Een ander woord voor feces is?
A
Incontinentie
B
Ontlasting
C
Geelzucht
D
Urine

Slide 43 - Quiz

Door de kraan te laten lopen moet je plassen
A
Feit
B
Fabel

Slide 44 - Quiz

Bij diarree gaat er veel vocht verloren. Daarom moet je bij diarree meer vocht innemen dan normaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

Te lang je urine ophouden kan zorgen voor een blaasontsteking?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quiz

Als urine ‘zoetig’ ruikt kan het wijzen op suikerziekte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quiz

aan de kleur van urine kan je zien of een zorgvrager te weinig gedronken heeft?
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

Goed laten uitplassen is een voorbeeld van een advies om urineweginfectie te voorkomen
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quiz

Afsluiting
Vragen
Doel

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive