Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 20 juni 2022
Welkom A1C
Doel: De regels van werkwoordspelling goed kunnen toepassen.
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom A1C
Doel: De regels van werkwoordspelling goed kunnen toepassen.
Slide 1 - Diapositive
Presentatie
Madz en Daan.
Slide 2 - Diapositive
Schrijven
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Oefenen werkwoordspelling
Slide 5 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
Hij verteld een verhaal.
B
Hij vertelt een verhaal.
C
Hij heeft een verhaal vertelt.
D
Hij heefd een verhaal verteld.
Slide 6 - Quiz
Wat is de eerste stap die je neemt om te kijken of een werkwoord op een d of t eindigt?
A
Ik kijk in welke tijd het staat.
B
Ik zoek de persoonsvorm op.
C
Ik doe het op gevoel.
D
Ik doe maar wat.
Slide 7 - Quiz
De stappen
1. Is het een pv?
- pv in de tt =
- ik, je/jij achter de pv = ik-vorm
- hij, zij, het etc. = ik-vorm +t
- meervoud = hele werkwoord
(vervang het ww door lopen,
hoor je dan een t, dan schrijf je ook een t)
Slide 8 - Diapositive
pv vt
- pv in de vt = gebruik kofschiptaxi = hele werkwoord (-en). Laatste letter in kofschiptaxi? ja = te(n), nee = de(n)
Slide 9 - Diapositive
De stappen
2. Is het geen pv?
Dan is het een:
- vd
- infinitief (hele werkwoord)
- bijv. naamwoord
- onvoltooid deelwoord
Slide 10 - Diapositive
Vd (voltooid deelwoord)
Als je werkwoord een voltooid deelwoord is, dan gebruik je kofschiptaxi:
= hele werkwoord (-en).
Laatste letter in kofschiptaxi? ja = t, nee = d
Slide 11 - Diapositive
Infinitief
Dat is het hele werkwoord
Slide 12 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord
Dat zegt iets over het zn en schijf je zo kort mogelijk of met 'en'.
Kijk of het voltooid deelwoord op een 't' of 'd' eindigt of op 'en'.
Eindigt het op 'en' (gesloten), dan schrijf je het voluit.
Eindigt het op een 't' of 'd', dan schrijf je het zo kort mogelijk.
Slide 13 - Diapositive
Even oefenen in je schrift.
(schrijf de zin over en onderstreep als eerst de pv)
1. Hij ........ (vertellen) een verhaal.
2. Hij heeft een verhaal ....... (vertellen).
3. Marije ....(vinden) de les leuk
Slide 14 - Diapositive
De antwoorden
1. Hij vertelt een verhaal.
(pv, tt, ik-vorm +t)
2. Hij heeft een verhaal verteld.
(vd, kofschiptaxi)
3. Marije vindt de les leuk
(pv, tt, ik-vorm +t)
Slide 15 - Diapositive
Wie zijn lessen goed ....... (voorbereiden), zal er veel van opsteken.
A
Voorbereidt
B
Voorbereid
C
Voorbereit
D
Voorbereidde
Slide 16 - Quiz
Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruik je kofschiptaxi.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik je kofschiptaxi.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd gebruik je kofschiptaxi.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Casper (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden
Slide 20 - Quiz
Maar iedereen heeft weleens (falen).
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen
Slide 21 - Quiz
Ook Marle en Noa hebben (beloven).
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd
Slide 22 - Quiz
Ook Marle en Noa hebben beloofd hun vingers niet meer te (branden).
A
brandden
B
brandde
C
brande
D
branden
Slide 23 - Quiz
(Vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind
Slide 24 - Quiz
Meneer Kalis (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt
Slide 25 - Quiz
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 26 - Quiz
Als Rania nu eens een beetje (opschuiven)
A
opschuift
B
opschuifd
C
opschuivt
D
opschuivd
Slide 27 - Quiz
Als Rania nu eens een beetje opschuift dan kan Qimo zijn woord beter (verspreiden).
A
verspreide
B
verspreiden
C
verspreidde
D
verspreidden
Slide 28 - Quiz
Heeft iedereen zijn naam op Julius' schoenen (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt
Slide 29 - Quiz
Mevrouw Jansen (zetten) die van haar er gisteren nog op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat
Slide 30 - Quiz
Sommige leerlingen (roken) stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden
Slide 31 - Quiz
Maar ze zijn daarvoor flink (straffen).
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd
Slide 32 - Quiz
En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 33 - Quiz
En anders is het corveeën ook weer zo (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 34 - Quiz
Hopelijk hebben jullie van deze quiz wat (leren).
A
geleerd
B
geleert
C
geleerdt
Slide 35 - Quiz
Dan (beloven) dat veel voor de toets.
A
beloovt
B
beloovd
C
beloofd
D
belooft
Slide 36 - Quiz
Hij heeft de (vinden) foto's weggelegd.
A
gevonden
B
gevonde
C
gevondden
Slide 37 - Quiz
De (vergroten) foto's heb ik ingelijst.
A
vergrote
B
vergroten
C
vergrootte
D
vergrootten
Slide 38 - Quiz
De (redden) jongen was heel erg bang geweest.
A
gerede
B
geredden
Slide 39 - Quiz
Huiswerk
- Oefen met werkwoordspelling en zorg dat jij de regels kent!
Slide 40 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
oefenen met werkwoordspelling klas 1
Février 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 3
Février 2022
- Leçon avec
16 diapositives
nederlan
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Herhaling werkwoordspelling
Novembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cursus 7 §9 Herhaling leerjaar 1 HV (digitaal lesboek)
Juillet 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
werkwoordspelling 3.5
Avril 2019
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
Septembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 3