Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
paragraaf 40-41
Cicero paragraaf 40
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Cicero paragraaf 40
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
r. 1 Quae res t/m obiecit
Wat is de tijd van obiecit?
A
prae
B
impf
C
perf
D
fut
Slide 3 - Quiz
r. 1 Quae res t/m obiecit
Wat is het ondwerp bij obiecit?
A
quae
B
quae res
C
istum
D
ingesloten
Slide 4 - Quiz
r. 1 Quae res t/m obiecit
Welk woordsoort is quae?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord
Slide 5 - Quiz
r. 1 Quae res t/m obiecit
obicio = iets (acc) veroorzaken bij (dat)
Wat is de acc?
A
tantum istum furorem
B
istum furorem
C
Sex. Roscio
D
ingesloten
Slide 6 - Quiz
r. 1 Quae res t/m obiecit
obicio = iets (acc) veroorzaken bij (dat)
Wat is de dat?
A
tantum istum furorem
B
istum furorem
C
Sex. Roscio
D
ingesloten
Slide 7 - Quiz
Vertaal nu quae res t/m obiecit
Slide 8 - Diapositive
Vertaal inquit
Slide 9 - Question ouverte
Patri non placebat (r.2)
In welke tijd staat placebat?
A
prae
B
imperf
C
perf
D
fut
Slide 10 - Quiz
Patri non placebat (r.2)
Wat is het onderwerp van placebat?
A
Patri
B
het ingesloten O (junior)
C
het ingesloten O (Erucius)
D
het ingesloten O (senior)
Slide 11 - Quiz
Patri non placebat (r.2)
In welke naamval staat patri?
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl
Slide 12 - Quiz
Vertaal Patri non placebat?
Slide 13 - Diapositive
Vertaal 'Patri' inquit 'non placebat'.
Slide 14 - Diapositive
Quam ob causam? (r. 2-3)
Lees: Ob quam causam.
Welke woordsoort is ob?
A
vraagwoord
B
bijwoord
C
voegwoord
D
voorzetsel
Slide 15 - Quiz
Quam ob causam? (r. 2-3)
Lees: Ob quam causam.
Welke woordsoort is quam?
A
vraagwoord
B
bijwoord
C
voegwoord
D
voorzetsel
Slide 16 - Quiz
Quam ob causam? (r. 2-3)
Lees: Ob quam causam.
Is quam bijvoeglijk of zelfstandig?
A
bijvoeglijk
B
zelfstandig
Slide 17 - Quiz
Vertaal: Quam ob causam?
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Necesse est t/m fuisse.
Necesse est: het is nodig dat + ACI
eam = O-ACI en verwijst terug naar causam
fuisse = PV-ACI
Slide 20 - Diapositive
Necesse est t/m fuisse.
fuisse in welke tijd staat deze inf?
A
prae A
B
impf A
C
prae P
D
perf A
Slide 21 - Quiz
Van welk werkwoord komt fuisse?
Slide 22 - Question ouverte
Wat kun je (naast het onderwerp) nog meer verwachten bij fuisse?
A
een ND
B
een BwB (van plaats)
C
een dativus possessivus
D
alledrie
Slide 23 - Quiz
Welke functie hebben we hier bij fuisse?
A
een ND
B
een BwB (van plaats)
C
een dativus possessivus
D
alledrie
Slide 24 - Quiz
Vertaal Necesse est t/m fuisse
Slide 25 - Diapositive
Nam t/m necessariis (4-7)
Deze zin bestaat uit een
- bijzijn (incredibile est) waar een ACI van afhangt (mortem oblatam esse)
- hoofdzin (simile non est) waar een ACI van afhangt (fuisse filium)
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Vertaal:
nam, ut (want zoals) illud (= onderwerp) incredibile est
Slide 28 - Diapositive
illud (r. 4) wordt uitgelegd in de ACI: mortem t/m causis.
Wat is de pv in de ACI?
Slide 29 - Question ouverte
Welke vorm is oblatam esse?
A
inf prae A
B
inf prae P
C
inf perf A
D
inf perf P
Slide 30 - Quiz
illud (r. 4) wordt uitgelegd in de ACI: mortem t/m causis.
Wat is het onderwerp in de ACI?
Slide 31 - Question ouverte
mortem offerre + dat
Welk woord staat in de dativus?
A
incredibile
B
patri
C
filio
D
causis
Slide 32 - Quiz
vertaal de ACI
mortem oblatam esse patri
a filio
sine plurimis et maximis causis
Slide 33 - Diapositive
Vertaal nu de hoofdzin
sic (zo) hoc(= onderwerp) veri simile est
Slide 34 - Diapositive
hoc (r. 6) wordt uitgelegd in de ACI: odio fuisse t/m necessariis.
Wat is de pv in de ACI?
Slide 35 - Question ouverte
hoc (r. 6) wordt uitgelegd in de ACI: odio fuisse t/m necessariis.
Wat is het onderwerp in de ACI?
Slide 36 - Question ouverte
odio esse + dat
Welk woord staat in de dativus?
A
simile
B
parenti
C
causis
D
necessariis
Slide 37 - Quiz
vertaal de ACI
odio fuisse parenti filium
sine causis multis et magnis et necessariis
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
paragraaf 40-41 deel 2
Décembre 2020
- Leçon avec
30 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Minerva 17A
il y a 27 jours
- Leçon avec
49 diapositives
Latijn en Grieks
Secundair onderwijs
Cicero week 7 Argumentatio 2: d, e, f (86-88) blz. 84 ff lesboek
Mars 2021
- Leçon avec
43 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Epistula 6.16 18-21
Septembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
29 deel 1 (herhaling werkwoord) kort
il y a 6 jours
- Leçon avec
21 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
29 deel 1 (herhaling werkwoord) kort
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
MINERVA Les 10/11 ACI
Octobre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
paragraaf 14
Septembre 2020
- Leçon avec
44 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6