1.3 Regenten en Stadhouders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Regenten en Stadhouders

1.3. Regenten en Stadhouders

Wat weten we nog van de vorige lessen?

Wanneer was de Gouden Eeuw?

1. 1500 - 1600
2. 1600 - 1700
3. 1700 - 1800
4. 1900 - 2000

Waarom kon er in het westen van ons land geen graan verbouwd worden?

1. het was te nat
2. het was te droog
3. mensen uit het westen zijn wat laks
4. ze wisten niet hoe

Wat is een droogmakerij?

1. Stuk land dat vroeger een meer was
2. Een handdoek
3. Een plaats waar handel tijdelijk werd opgeslagen
4. Een tijdperk

Wat zijn specerijen?

1. Daar maak je polders mee
2. Een werktuig
3. Smaakmakers uit Azië
4. Een soort geld

Wat is een compagnie?

1. Een kaas
2. Een soort aap
3. Een handelsvereniging
4. Een versterkte handelsplaats

Waar voeren de VOC en de WIC naartoe.

Sleep het goede antwoord naar de goede plek op de wereldkaart.

VOC

WIC

Welke stapelmarkt werd door de Nederlanders geblokkeerd door de Schelde af te sluiten?

1. Antwerpen
2. Amsterdam
3. Brussel
4. Apeldoorn

Regenten en Stadhouders

Hoe werd de Republiek bestuurd?

Zeven gewesten zonder koning

• Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Wat is een Republiek?

1. Een land zonder koning
2. Een land met een koning
3. Een land met een keizer
4. Een land waar de burger de baas is.

Welke landen in de Gouden Eeuw hadden een koning en welke waren een Republiek?

Koning

Republiek

Verenigde Zeven Nederlanden

Spanje

Frankrijk

Engeland

Zeven gewesten zonder koning

• Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
• Ieder gewest had een eigen bestuur: Staten

Zeven gewesten zonder koning

• Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
• Ieder gewest had een eigen bestuur: Staten

• Over zaken die voor heel Nederland belangrijk was, vergaderden alle staten samen.
• STATEN GENERAAL

Wie beslist waarover? Sleep het naar de goede plek.

Staten

Staten Generaal

Er moeten meer soldaten aan de grenzen van de Republiek

Amsterdam krijgt een nieuw stadhuis

De verkoopprijs van peper wordt verhoogd

De haven van Rotterdam wordt uitgebreid.

De stadhouder

Leider van het leger van de Republiek. 

00:29

Hoe noemde je de leider van het leger, in de Republiek der Verenigde Zeven Nederlanden?

1. Generaal
2. Stadhouder
3. Piet
4. Admiraal

00:56

Wat vond Stadhouder Maurits het allerbelangrijkste om te doen?

1. Meer handelen
2. De oorlog tegen Spanje winnen
3. Belastingen innen
4. Veel mooie gebouwen bouwen

01:46

Maurits was het niet eens met de plannen van Oldenbarnevelt. Hoe loste hij dit op?

1. Ze zochten samen naar een oplossing
2. Maurits liet Oldenbarnevelt onthoofden
3. Ze negeerden elkaar
4. Oldenbarenevelt werd levenslang opgesloten

00:29

Waarover kreeg Maurits van Oranje de leiding?

1. de Handel
2. de Landbouw
3. de VOC
4. het Leger

Zelfstandig werken:

Leerboek: bladzijde 12

Werkboek: bladzijde 12 en 13

Opdracht: 2, 3, 4

Regenten en Stadhouders

Weet je het nog?

Hoe noemen we het bestuur van de gewesten?

1. Regering
2. Staten
3. Tweede Kamer
4. Joop

Wie was de belangrijkste man in de Republiek, en de baas van het leger?

1. de generaal
2. de admiraal
3. de stadhouder
4. de wcborstel

Waarom was de Republiek der Verenigde Nederlanden zo bijzonder in die tijd?

1. Omdat ze geen koning hadden
2. Omdat ze twee hoofdsteden hadden
3. Omdat het land langzaam in zee zakte
4. Omdat ze een koningin hadden.

Waarover vergaderde de Staten Generaal?

1. Over elk wissewasje
2. Over dingen die elk gewest aangingen
3. Over of Amsterdam een nieuwe haven moest
4. Over de vraag of er in Rotterdam een nieuwe markt moest komen