Basisstof 2

Basisstof 2
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Herhaling
  • Lesdoelen
  • Uitleg
  • Opdrachten maken. 
  • Toetsinzage 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individu






één levend wezen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Populatie





groep individuen van een bepaalde soort binnen een bepaald gebied

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensgemeenschap





de populaties van verschillende soorten binnen een bepaald gebied (planten en dieren).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ecosysteem





een levensgemeenschap samen met abiotische  factoren binnen een bepaald gebied 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biosfeer
Alle ecosystemen van de aarde samengenomen vormen de biosfeer of het systeem aarde.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klein
Groot
Ecosysteem
Biosfeer
Levensgemeenschap
Individu
Populatie

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Abiotische en biotische factoren

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biotische factoren
de omstandigheden uit de levende natuur
De groene vis is afhankelijk van verschillende factoren om te kunnen overleven, o.a:
- voldoende voedsel (kleinere vissen, plankton, of andere waterdiertjes)
- roofdieren (grotere dieren die  hem eten)
- ziekteverwekkers waaraan hij kan 
   overlijden

Slide 12 - Diapositive

Invloeden van de levende natuur
Abiotische factoren
Omstandigheden uit de niet levende natuur
Naast de biotische factoren is deze vis om te overleven ook afhankelijk van o.a:
- de temperatuur van het water
- de hoeveelheid zuurstof in het water
- de stroming van het water

Dit zijn de abiotische factoren.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Abiotisch
Biotisch

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb het tot nu toe begrepen..
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan ik:
  • Uitleggen wat een biotoop is en wat een habitat is.
  • Uitleggen hoe organismen in verbondenheid samenleven in een biotoop.
  • De begrippen: commensalisme, mutualisme, parasitisme en amensalisme benoemen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe leven organismen samen?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenleven kan op verschillende manieren




  • Eten of gegeten worden
  • Vechten om hetzelfde
  • Niks te maken hebben met elkaar
  • Afhankelijk zijn van elkaar

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Relaties tussen organismen

  • Concurrentie: vechten om hetzelfde
  • Predatie: gegeten worden
  • Symbiose betekent letterlijk: samen-leven

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vos die een konijn eet, is een voorbeeld van...
A
Symbiose
B
Predatie
C
Concurrentie
D
Abiotische factor

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose = samenleven van 2 verschillende soorten
Er zijn 3 vormen van symbiose:
  • Mutualisme
  • Commensalisme 
  • Parasitisme
  • (Amensalisme) 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose: Mutualisme ++
ik: 



taxichauffeur:

Slide 31 - Diapositive

Een voorbeeld van mutualisme is de anemoonvis en de zeeanemoon. De anemoonvis eet kleine diertjes op die op de zeeanemoon zitten, die diertjes kunnen de zeeanemoon dan niet beschadigen. De zeeanemoon geeft de anemoonvis een plek om te schuilen als er roofdieren komen.
Noem een voorbeeld van mutualisme

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose: Commensalisme +/o
ik: 



chauffeur:

Slide 34 - Diapositive

Bij commensalisme profiteert de kleine symbioot van de gastheer, maar de gastheer heeft hier geen nadeel van. Bij haaien zwemmen bijvoorbeeld vaak kleine zuigvissen die op de huid van de haai gaan zitten. De zuigvissen eten de restjes die overblijven als de haai een prooi heeft gevangen. De haai is in dit geval de gastheer: het is voor hem niet goed of slecht als de zuigvissen de restjes van zijn eten opeten. De zuigvissen zijn de kleine symbionten. Voor hen is het voordelig om de restjes van het eten van de haai op te eten, want dan hoeven ze niet zelf eten te zoeken.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van commensalisme

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose: Parasitisme +/-
ik: parasiet



eigenaar: gastheer

Slide 37 - Diapositive

Bij parasitisme profiteert de kleine symbioot van de gastheer, maar heeft de gastheer hier wel last van. Zo’n kleine symbioot noemen we ook wel een parasiet. Een voorbeeld van parasieten zijn lintwormen. Lintwormen kunnen in de darmen van mensen gaan zitten. Daar gaan ze dan je voedsel opeten. Doordat zij jouw voedsel opeten krijg jij minder voedingsstoffen binnen en moet je dus meer gaan eten. De lintworm profiteert want hij hoeft niks te doen om eten te krijgen. Voor de mens is dit nadelig, want hij verliest hierdoor voedingsstoffen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van parasitisme

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:53
De leeuw doet aan:
A
Mutualisme
B
Predatie
C
Parasitisme
D
Symbiose

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb het tot nu toe begrepen
ja
nee
Ik heb een vraag

Slide 42 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb het tot nu toe begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions