File 2 - A perfect day - 23/24/24/26/27

File 2 


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

File 2 


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je oefent met de nieuwe Engelse woorden van onderdeel A en B
Je kunt korte tekst berichten in het Engels lezen en hier vragen over beantwoorden.
Je herkent het verschil tussen de Present Simple en Continuous

Slide 2 - Diapositive

This lesson
1. Herhalen
(3 min)
Herhaling
2. Present Simple en Continuous
(5 min)
Uitleg
3. Oefenen
(15 min)
Homework 23/24 +wb

Slide 3 - Diapositive

Refresh your mind

Slide 4 - Diapositive

Kies het juiste woord:
Etui
A
pencil case
B
etuie
C
pencil sack
D
penci holder

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Lien

vertaal:
liniaal

Slide 7 - Question ouverte

Wanneer je zegt dat je nu iets aan het doen bent gebruik je het werkwoord:
A
to have
B
to be
C
to do

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste woord:
rugzak
A
bagpak
B
backpack
C
rucksak
D
rugsack

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste woord:
map
A
map
B
papermap
C
binder
D
multomap

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste woord:
puntenslijper
A
pencil
B
sharpener
C
sleeper
D
pencilhole

Slide 11 - Quiz

Present simple and present continuous

Slide 12 - Diapositive

Present SIMPLE or CONTINUOUS?
Present Simple
  • He bakes cookies every day.
  • She plays the piano very well.
  • I like to eat pizza in the weekend.
  • Fay runs 3 times a week.
Present Continuous
  • He is baking cookies now
  • She is playing piano for me.
  • I am eating pizza at this moment.
  • Fay is running up the hill.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 15 - Quiz

Present Continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 16 - Quiz

Present simple is:

Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomst

Slide 17 - Quiz

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 18 - Quiz

Welke woorden passen bij de Present Simple en elke bij de Present Continuous?
Present Continuous
Present Simple
Right now
Always
Never
Often
Usually
Today
At the moment
Now

Slide 19 - Question de remorquage

Present simple
Present continuous
They are feeding the animals.

Slide 20 - Question de remorquage

Present simple
Present continuous
Rebecca is watching Netflix.

Slide 21 - Question de remorquage

Present Simple
Present Continuous
Has he got a sister?

Slide 22 - Question de remorquage

Present Simple
Present Continuous
Sssst the teacher is talking.

Slide 23 - Question de remorquage

Translate:
Hij is aan het zwemmen.

Slide 24 - Question ouverte

Translate:
Wij zijn aan het luisteren.

Slide 25 - Question ouverte

Voor mij is de Present Continuous nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 26 - Sondage

Finish Part C

Slide 27 - Diapositive