La gastronomie française
1 / 37
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent: 'la gastronomie'?
A
de gastvrijheid
B
wijn bij het eten
C
de gastenlijst
D
de kookkunst
Slide 2 - Quiz
Typisch Franse gerechten zijn:
Slide 3 - Carte mentale
Wat weet je over
Franse eetgewoonten?
Franse eetgewoonten?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
une pannenkoek
B
une pancake
C
une cake de panne
D
une crêpe
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
Un bonbon
B
Un macron
C
Un biscuit
D
Une macaron
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
Dame Blanche
B
Crème Brûlée
C
Quiche Lorraine
D
Moelleux au chocolat
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
Salade niçoise
B
Salade française
C
Salade parisienne
D
Salade verte
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
Tartiflette
B
Quiche
C
Crêpe
D
Tarte tatin
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
un slaque
B
un huître
C
un escargot
D
un poisson
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
des tripes
B
un poisson
C
Ratatouille
D
Steak tartare
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
C'est quel plat français?
A
un slaque
B
des cuisses de grenouilles
C
un escargot
D
un poisson
Slide 20 - Quiz
Qu'est-ce que c'est ?
A
Éclair
B
bétisiers
C
palmiers
D
macarons
Slide 21 - Quiz
A
Du pain au chocolat , des croissants, des macarons
B
Du pain au chocolat, Du pain sucré, Des croissants
C
De la baguette, du pain , des coissants
Slide 22 - Quiz
Hoeveel verschillende kaassoorten bestaan er in Frankrijk?
A
365
B
Ongeveer 100
C
Tussen de 400 en 500
D
691
Slide 23 - Quiz
Hoeveel baguettes worden er jaarlijks in Frankrijk verkocht?
A
100 miljoen
B
3,5 miljard
C
123.456.789
D
10 miljard
Slide 24 - Quiz
Welke Disney film is vernoemd naar een Frans gerecht?
A
Belle en het beest
B
Ratatouille
C
Assepoester
D
De Klokkenluider van de Notre Dame
Slide 25 - Quiz
Welke Franse merken ken je?
Sleep het merk naar het juiste product.
Danone
La vache qui rit
Orangina
Bonduelle
Une boisson à l'orange
du fromage
des haricots verts
des yaourts
Slide 26 - Question de remorquage
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
le café
B
le lait
C
le fruit
D
le jus de fruit
Slide 27 - Quiz
FRANS is een belangrijke taal in de keukens van (top)restaurants :
Wat betekent: 'julienne'?
Wat betekent: 'julienne'?
A
Iemand die altijd op vakantie gaat in de maand juli
B
Een snijtechniek voor het in reepjes snijden van groenten of aardappelen
C
Een kapsel waarbij de haren schuin afgeknipt zijn
D
Een schenktechniek voor rode wijn
Slide 28 - Quiz
0
Slide 29 - Vidéo
Soorten brood: Wat is een 'flûte' ?
A
een dun stokbrood
B
een stevig brood
C
een gevuld broodje
D
een soort kaasstengel
Slide 30 - Quiz
De Franse maaltijd bestaat vaak uit 4 gangen!
Sleep de gang naar de juiste vertaling.
Une entrée
un plat principal
un dessert
du fromage
Een toetje
een hoofdgerecht
kaasplankje
een voorgerecht
Slide 31 - Question de remorquage
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
les pommes de terre
B
la pomme
C
la poire
D
l'orange
Slide 32 - Quiz
Croissants komen uit Frankrijk
WAAR
NIET WAAR
Slide 33 - Sondage
Welk drankje krijg je als je een 'chocolat chaud' bestelt?
Slide 34 - Question ouverte
Als je iemand een lekkere maaltijd wenst, dan zeg je:
A
bon voyage
B
bonne chance
C
bon appétit
D
bonnes vacances
Slide 35 - Quiz
Wat is dit in het Frans?
Slide 36 - Question ouverte
Koppel de recepten met waar zij vandaan komen.
La Guadeloupe
Le Québec (Canada)
Le Maroc
Le Nord- Pas de Calais (France)
Le Vietnam
La Côte d'Ivoire
1. Cha Gio
2. Le punch
3. Les moules frites
4. La poutine
5. Le couscous
6. Le kedjenou de poulet
