VWO 3 Ch. 3 A + SO 3 baakboekje 7/1/25

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour tout le monde!! 

Bienvenue dans la classe de Français!

Le programme d'aujourd'hui: 

• On va commencer avec ch. 3
• On va parler de SO 3
• On va exercer le futur simple

Le but de ce cours: Tu connais le futur simple

À l'école, tu prends TOUJOURS avec toi: (écris dans ton cahier)

• Ton livre (attention: livre A!)
• Ton cahier (je schrift) 
• Un stylo bleu et rouge
• Tes écouteurs (je oortjes) 

Les règles de classe: 

• Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
• We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
• We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
• We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
• Wanneer je wilt praten -> vinger omhoog. 
• Let op het stoplicht!! ->

Les devoirs

Apprends le futur simple (Welke tijd is het? Hoe maak ik hem? Wat zijn de uitgangen? PAGE 4 du livre de Baak) + Lees de woorden van Bron A ch. 3 

Écouter

On lit les mots de bron A (page 124)

Écouter

Fais ex. 4 (page 96)

Quoi: fais ex. 5a, b, c

Comment: seul

Aide: Bron A

Temps: 

Prêt: fais ex. 6a, b, 7a (en ligne)(les devoirs)

Écouter

Fais ex. 6c & 7b  avec ton voisin/ta voisine

Après on parle du Baakboekje... SO 3 

H: Grammaire 

Le futur (simple)

In het nederlands: zullen + werkwoord

Bij voorbeeld: Ik zal praten: je parlerai

H: Grammaire 

De uitgangen: 

-ai

-as

-a

-ons

-ez

-ont

H: Grammaire 

De regelmatige werkwoorden:

werkwoorden -er:

Hele werkwoord + uitgang 

Bijv. tu parleras = ?

 

H: Grammaire 

De regelmatige werkwoorden:

werkwoorden -ir:

Hele werkwoord + uitgang 

Bijv. il finira = ?

 

H: Grammaire 

De regelmatige werkwoorden:

werkwoorden -re:

Hele werkwoord zonder de -e + uitgang 

Bijv. nous vendrons = ?

 VERGEET DUS DE 'R' NIET bij de regelmatige ww eindigend op -re! 

H: Grammaire 

de onregelmatige werkwoorden:

de stam is vaak onlogisch maar de uitgangen zijn hetzelfde als die van de regelmatige werkwoorden!!

On lit les verbes irregulières.

 

We gebruiken de futur:

1. Als we iets gaan doen
2. Als we iets gedaan hebben.
3. Als we iets zullen doen
4. Als we iets zouden willen.

Wat is een correcte vervoeging in de futur:

1. Tu choisira
2. Tu choisis
3. Tu choisisas
4. Tu choisiras

Wat is een correcte vervoeging in de futur:

1. Il perdre
2. il perdrea
3. il perdra
4. il perda

Wat is een correcte vervoeging in de futur:

1. Nous chanterons
2. Vous chantez
3. Nous chanteront
4. Ils chanterons

Wat is een correcte vervoeging in de futur:

1. Ils réfléchirons
2. Elles réfléchirent
3. Elles réfléchira
4. Ils réfléchiront

Fin du cours

Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

le dos

la gorge

le ventre

la jambe

la main

le pied

la tête

le bras

accro

mauvais(e)

de rug

de keel

de voet

de hand

het been

het hoofd

de buik

de arm

verslaafd

slecht