Taalcompleet A1 thema 3

Taalcompleet A1 thema 3
Wonen
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Taalcompleet A1 thema 3
Wonen

Slide 1 - Diapositive

Les 3.1: Het huis

Slide 2 - Diapositive

Woorden

Slide 3 - Diapositive

Oefenen in je boek:
Maak opdracht zelf:
2, 3, 6, 7, 8
We maken samen:
4, 5
Praat samen:
9

Slide 4 - Diapositive

1. Wat is dit?

Slide 5 - Question ouverte

2. Wat is dit?

Slide 6 - Question ouverte

3. Wat is dit?

Slide 7 - Question ouverte

4. Wat is dit?

Slide 8 - Question ouverte

5. Wat is dit?

Slide 9 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Heeft jouw huis een balkon?

Slide 10 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Heeft jouw huis een garage?

Slide 11 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Heeft jouw huis een tuin?

Slide 12 - Question ouverte

Les 3.2: Ik zeg, wij zeggen

Slide 13 - Diapositive

zeggen
  • uitspreken wat je denkt 

ik zeg - wij zeggen

zin: Ik zeg niet veel.                
zin: Mijn zus zegt het alfabet.

Slide 14 - Diapositive

zeggen
ik zeg
jij/je zegt
u zegt
hij/zij zegt
wij/we zeggen
jullie zeggen
zij zeggen

Slide 15 - Diapositive

spellen
  • uitspreken wat je denkt 

ik spel - wij spellen

zin: U spelt mijn naam.             
zin: Wij spellen de namen.      

Slide 16 - Diapositive

spellen
ik spel
jij/je spelt
u spelt
hij/zij spelt
wij/we spellen
jullie spellen
zij spellen

Slide 17 - Diapositive

LANGE EN KORTE KLANKEN


Wij gaan buiten spelen = lange klank (klinkt lang)

spe - len


Wij doen twee spellen = korte klank (klinkt kort)

spel -len

 

Slide 18 - Diapositive

Wat is de goede vorm van 'spellen'?
Ik ..... mijn naam.
A
spell
B
spel
C
speel
D
spellen

Slide 19 - Quiz

Wat is de goede vorm van 'beginnen'?
Wij ....... met de oefening.
A
begin
B
begint
C
beginen
D
beginnen

Slide 20 - Quiz

Schrijf de goede vorm van 'zeggen'
Eva ......: goedemorgen!

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van 'spellen':
De cursisten ...... een woord.

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van 'zitten':
De cursist .... in de klas.

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de goede vorm van "zeggen"?
Ik ... mijn naam.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de goede vorm van "zeggen"?
De vrouw ... dag.

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de goede vorm van zeggen?
Jullie ... hallo.

Slide 26 - Question ouverte

Wat is de goede vorm van "spellen"?
U ... het woord.

Slide 27 - Question ouverte

Oefenen in je boek:
Maak deze opdracht zelf:
11, 12, 13, 14, 15, 16

10 minuten
timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Les 3.3: De kamers

Slide 29 - Diapositive

Woorden

Slide 30 - Diapositive

Oefenen in je boek:
Maak opdracht zelf:
18, 19, 20, 22, 23, 24, 26

We maken samen:
21
Praat samen:
25

Slide 31 - Diapositive

Wat is dit?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 33 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 34 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Hoeveel slaapkamers heb jij in jouw huis?

Slide 35 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Heeft jouw huis een zolder?

Slide 36 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Hoeveel wc's heeft jouw huis?

Slide 37 - Question ouverte


Geef antwoord in een hele zin.
Slaap jij boven of beneden?

Slide 38 - Question ouverte

Wat heb je vandaag geleerd?

  • Nieuwe woorden over "het huis"
  • Nieuwe woorden over "binnen in het huis"
  • Werkwoorden zoals "spellen en zeggen"
Wat is het huiswerk?

  • 3.1: Maak online
  • 3.2: Maak in je boek: 14,15,16
  • 3.2: Maak online
  • 3.3: Maak online
  • Leer de blauwe woorden van 3.1 en 3.3

Slide 39 - Diapositive