Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
HV2E ~ français ~ 11-11-2021
Le saviez-vous?
C'est la fête ! Fêtons la francophonie !
Vandaag is het de Dag van de Franse taal.
Thema dit jaar: images francophones.
Slide 1 - Diapositive
HV2E ~ français ~ 11-11-2021
Le saviez-vous?
In Frankrijk en Franstalig België zijn veel mensen gek op stripboeken, ofwel La Bande Dessinée (BD). En niet alleen kinderen, ook volwassenen lezen ze graag. In Frankrijk worden strips zelfs als kunstvorm gezien.
Slide 2 - Diapositive
Les objectifs du cours dernier (lesdoelen)
Je kunt een gesprek op een terras begrijpen.
Je kent woorden die te maken hebben met iets bestellen.
Je weet hoe je mannelijke en vrouwelijke woorden beter kunt onthouden.
Slide 3 - Diapositive
Les objectifs du cours (lesdoelen)
Je kunt een stripverhaal over eten bestellen begrijpen.
Je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken.
Je weet hoe je de betekenis van woorden kunt raden.
Slide 4 - Diapositive
Devoirs pour 18-11-2021
Faire: ex. 10, 11, 12a (p. 66-69)
Apprendre: voca B (p. 92)
Réviser: voca A (p. 92)
Leren voor leestoets (19 nov): voca Chapitre 1 FR-NL
Slide 5 - Diapositive
Le programme
Puzzel
Organiser une fête
Leesstrategieën
Travailler
Slide 6 - Diapositive
Puzzel
1. Werk in tweetallen.
2. Ga naar "bestanden" in Teams, open het bestand "puzzel dag van de Franse taal" en sla deze op je laptop op.
3. Maak samen de puzzel. Klaar? Faire: ex. 11, 12a (p. 68-69)
Slide 7 - Diapositive
Le programme
Puzzel
Organiser une fête: ex. 9 (p. 66) denken (2 min), delen (1 min), uitwisselen
Leesstrategieën
Travailler
Slide 8 - Diapositive
Le programme
Puzzel
Organiser une fête
Leesstrategieën
Travailler
Slide 9 - Diapositive
Leesstrategieën
Oriënterend lezen: onderwerp achterhalen
Globaal lezen: belangrijkste informatie lezen
Intensief lezen: hele tekst lezen
Slide 10 - Diapositive
Le programme
Puzzel
Organiser une fête
Leesstrategieën
Travailler (en silence): ex. 10, 11, 12a
Slide 11 - Diapositive
Les objectifs du cours (lesdoelen)
Je kunt een stripverhaal over eten bestellen begrijpen.
Je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken.
Je weet hoe je de betekenis van woorden kunt raden.