Les H2 Spelling H1,2,3

     Spelling: H1,2,3



   Hoofdletters en leestekens

   Leenwoorden

   Koppelteken/weglatingsstreepje

   Werkwoordspelling


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

     Spelling: H1,2,3



   Hoofdletters en leestekens

   Leenwoorden

   Koppelteken/weglatingsstreepje

   Werkwoordspelling


Slide 1 - Diapositive

Hoofdletters
  • Begin van een zin
  • Bij (aardrijkskundige) namen
  • Officiële feestdagen
  • Historische gebeurtenissen
  • Instellingen of bedrijven
          
         

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        3
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
   
   
   

   
   

   
   

   
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   
      
     

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        3
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
   
   
   

   
   

   
   

   
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

Slide 2 - Diapositive

Wanneer geen hoofdletter?
  • dagen
  • maanden
  • seizoenen
  • windstreken

Slide 3 - Diapositive

Leestekens
  • punt
  • vraagteken
  • uitroepteken
  • komma
  • dubbele punt
  • aanhalingstekens

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Leenwoorden
  • Engelse leenwoorden

- samenstelling = 1 woord (bv. online)

- rechterdeel voorzetsel = koppelteken (bv. lay-out)

- woordgroep = los (bv. first lady)

  • Franse leenwoorden

- accent aigu of accent circonflexe (streepje of dakje)

- een 'vernederlandst' woord verliest zijn accentekens

Slide 6 - Diapositive

KOPPELTEKEN

Slide 7 - Diapositive

En in samenstellingen van gelijkwaardige woorden (singer-songwriter)

En bij aardrijkskundige namen

en woorden met voorvoegsel (ex)



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Als het eerste woord iets zegt van het tweede woord van de samenstelling, dan zet je een koppelteken. Bijvoorbeeld: ultra-rechts, vroeg-middeleeuws, streng-gelovig
A
Ja, dit klopt helemaal
B
Nee, dan zet je geen koppelteken. Ultrarechts, vroegmiddeleeuws, strenggelovig
C
Het mag allebei

Slide 10 - Quiz

Samenstellingen met cijfers krijgen een streepje. Bijvoorbeeld :80-jarige, 65+-kaart,A4-formaat
A
Ja, dit is helemaal goed
B
Nee, je schrijft : 80jarige,65+kaart, A4formaat
C
Het mag allebei

Slide 11 - Quiz

Samenstellingen met afkortingen, symbolen en aparte letter krijgen geen streepje.

Bijvoorbeeld:@sign,6pack,Tshirt
A
Dit klopt als een bus
B
Alleen in hele zinnen
C
Nee, je schrijft: @-sign,6-pack,T-shirt

Slide 12 - Quiz

Een samenstelling die begint of eindigt met een afkorting, krijgt een koppelteken.

tv-kijker, kleuren-tv, IQ-test, pc-netwerk

A
Nee. Het is kleurentv, IQtest en pcnetwerk
B
Het mag allebei
C
Dit is helemaal goed

Slide 13 - Quiz

Er komt geen koppelteken bij samengestelde aardrijkskundige namen.
Middenamerika, Vlaamsbrabant, Zuidholland, Nieuwzeelander

A
Nee, het is Midden-Amerika, Vlaams-Brabant, Zuid-Holland ,Nieuw-Zeelander
B
Dit klopt als een bus!
C
Het mag soms wel, soms niet

Slide 14 - Quiz

NU!

Maken Spelling H3


+

Schrijfopdracht H3

Slide 15 - Diapositive