PVB training les 3

Noem alle soorten tuingereedschap die jij kent
1 / 30
suivant
Slide 1: Carte mentale
GroenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4Leerroute 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Noem alle soorten tuingereedschap die jij kent

Slide 1 - Carte mentale

PVB training
Les 3

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de gereedschappen bij naam en uiterlijk.
  • Je weet het verschil tussen meststoffen en kunt deze berekenen 
  • Je kunt uitleggen wat een wadi is 
  • Je weet wat vruchtwisseling is en kunt het toepassen

Slide 3 - Diapositive


A
hark
B
groffel
C
schoffel
D
bats

Slide 4 - Quiz


A
bezem
B
schep
C
bladhark
D
bladblazer

Slide 5 - Quiz

Wat is de takkenschaar?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Welke schaar gebruik ik om de heg te knippen?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

snoeischaar
schoffel
tandhark
(zandhark)
(hand)cultivator
voegenkrabber
bezem 
bladhark
Schop (schep/bats)

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Vidéo

Wat doe je met het tuingereedschap als je klaar bent?
A
Op de grond neerzetten in de schuur
B
Schoonmaken en ophangen (neerzetten) aan de juiste haakjes in de schuur
C
Laten staan, een ander ruimt het wel op

Slide 10 - Quiz

Theorie: Vruchtwisseling 
Vruchtwisseling = na elke oogst van een gewas moet er een ander gewas op het stuk grond. 

Omdat: 
- de bodem moe wordt. 
- ziekten en plagen voorkomen. 
- het moet van de overheid. 

Hoe: 
- Door het maken van een teeltplan 

Slide 11 - Diapositive

Waarom past een akkerbouwer vruchtwisseling toe?
A
De akkerbouwer hoeft dan niet te bemesten.
B
De akkerbouwer kan de grond dan makkelijker bewerken.
C
Vruchtwisseling is goed voor de bodemstructuur.
D
Vruchtwisseling zorgt voor een lager stikstofgehalte in de bodem.

Slide 12 - Quiz

Theorie: Teeltplan 
Teeltplan = meerjarenplan met de juiste vruchtwisseling. 

De groentefamilies: 
  • Bladgewassen 
  • Koolgewassen
  • Peulgewassen 
  • Aardappelen
  • Wortelgroente 
  • Vruchtgroente 



Slide 13 - Diapositive

Theorie: Teeltplan 

Slide 14 - Diapositive

Wadi
Een wadi is een beplante greppel met een doorlatende bodem. De bovenlaag bestaat uit een verbeterde grond met planten er bovenop.

Slide 15 - Diapositive

Wadi
Vooral voor gebieden met een lage grondwaterstand

Slide 16 - Diapositive

3

Slide 17 - Vidéo

00:37
Wat vind je allemaal in een wadi?

Slide 18 - Question ouverte

00:56
Waarom is het belangrijk om regenwater niet te mengen met afvalwater?

Slide 19 - Question ouverte

02:27
Wat gebeurt er wanneer de wadi gevuld is met blad en afval?

Slide 20 - Question ouverte

Wadi in Nederland
De wadi is een plek om water tijdelijk op te slaan. Bijv. bij veel neerslag.

Slide 21 - Diapositive

Wat is het doel van een wadi?
A
een wadi bergt regenwater en zuivert het, waarna het water infiltreert in de ondergrond.
B
ontkoppeling van de hemelwaterafvoer
C
meer waterplanten en dieren in de tuin
D
een wadi zorgt ervoor dat het water wat valt niet gelijk verdwijnt in het riool

Slide 22 - Quiz

Meststoffen
Meststoffen kunnen natuurlijk zijn of kunstmatig 

  • Natuurlijke meststoffen noem je ook wel organische meststoffen. 
  • Kunstmatige meststoffen, ofwel kunstmest, noem je ook wel anorganische meststoffen.


Slide 23 - Diapositive

Waarvan kunnen meststoffen afkomstig zijn?
Sleep de afkomst naar de juiste meststof
Anorganische meststoffen
Organische meststoffen
Dieren
Gesteenten
Machines
Mensen
Planten

Slide 24 - Question de remorquage

Voedingselementen: Hoofdelementen
Mineralen in  mest N, P, K, Ca en Mg: hoofdelementen
Hoofdelementen , van deze hebben de planten veel nodig. 
N = stikstof
P = fosfor
K = kalium
Ca = calcium
Mg = magnesium

Slide 25 - Diapositive

Functies
Stikstof = N = groei --> bijv. groei in snijmais
Fosfor = P = afrijping --> bijv. maiskolven in snijmais
Kalium = K = stevigheid --> bijv. stevige stengels in snijmais

Slide 26 - Diapositive

In deze mengmeststof zit NPK 14-14-1-4 :
14% N, 14% P en 14% K
(overige 58% bestaat uit vulstof)
Hoeveel  kg N zit er in deze zak?

Slide 27 - Diapositive

Wat doen de mineralen N-P-K voor de plant?
A
Stikstof (N) groene kleur Fosfor (P) bevorderen wortelgroei Kalium (K) stevigheid
B
Stikstof (N) Stevigheid Fosfor (P) bevorderen wortelgroei Kalium (K) groene kleur
C
Stikstof (K) Stevigheid Fosfor (P) voor vochtigheid Kalium (K) groene kleur
D
Stikstof (N) stevigheid Fosfor (P) bevorderen bloemgroei Kalium (K) minder onkruid

Slide 28 - Quiz

Waarvoor staan de letters N, P en K?
Dit haalt de plant uit de grond of kun je toedienen via kunstmest
A
Stikstof, Fosfor en Kalium
B
Natrium, Kalium en Fosfor
C
Natrium, Fosfor en Kalium
D
Stikstof, Kalium en Fosfor

Slide 29 - Quiz

Doe- opdracht
- Maak individueel de meststof berekening
- Gebruik je rekenmachine
- Ben je klaar --> vraag de docent
timer
40:00

Slide 30 - Diapositive