1b: wwspelling + start lezen H5

Vandaag
  • Nakijken huiswerk
    (opdr. 3 en 4, blz. 127)

  • Start: Lezen H5
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
  • Nakijken huiswerk
    (opdr. 3 en 4, blz. 127)

  • Start: Lezen H5

Slide 1 - Diapositive

Nakijken
Wees kritisch op je antwoorden: 
- Snap ik waarom ik deze fout heb gemaakt? 
- Begrijp ik waarom dit het goede antwoord is? 

En: kijk na met een andere kleur pen!

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 3 - zin 1
Het od (onvoltooid deelwoord) dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 3 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 1
Het vd (voltooid deelwoord) dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 4 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 2
Het od dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 5 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 2
Het vd dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 6 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 3
Het eerste od dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 7 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 3
Het tweede od dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 8 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 4
Het eerste vd dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 9 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 4
Het tweede vd dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 5
Het od dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 5
Het vd dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 12 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 6
Het od dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht 3 - zin 6
Het vd dat ik heb ingevuld in deze zin is:

Slide 14 - Question ouverte

Opdracht 4
Vul de werkwoordsvorm in en geef vervolgens aan of het een pvtt of een vd is.

Slide 15 - Diapositive

De juiste spelling van het werkwoord in zin 1 is:

Slide 16 - Question ouverte

De vorm van het ingevulde werkwoord is:
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)

Slide 17 - Quiz

De juiste spelling van het werkwoord in zin 2 is:

Slide 18 - Question ouverte

De vorm van het ingevulde werkwoord is:
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)

Slide 19 - Quiz

De juiste spelling van het werkwoord in zin 3 is:

Slide 20 - Question ouverte

De vorm van het ingevulde werkwoord is:
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)

Slide 21 - Quiz

Is zin 4 is op deze manier goed gespeld?

'Heeft je vriendje beloofd dat hij je altijd alles verteld?'
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Welk woord is verkeerd gespeld?
'Heeft je vriendje beloofd dat hij je altijd alles verteld?'

Slide 23 - Question ouverte

Het goede antwoord
4. 'Heeft je vriendje beloofd (vd) dat hij je altijd alles vertelt (pvtt)?'

Slide 24 - Diapositive

Is zin 5 is op deze manier goed gespeld?

'Dat ze geen kaarten voor het concert besteld heeft, betreurd Jennita nog steeds. '
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Welk woord is verkeerd gespeld?
'Dat ze geen kaarten voor het concert besteld heeft, betreurd Jennita nog steeds. '

Slide 26 - Question ouverte

Het goede antwoord
5. 'Dat ze geen kaarten voor het concert besteld (vd) heeft, betreurt (pvtt) Jennita nog steeds. '

Slide 27 - Diapositive

Is zin 6 is op deze manier goed gespeld?

'Voor Jason zijn vakantiebestemming bepaalt, heeft hij eerst alle mogelijkheden bestudeerd die zijn reisdoel heeft.'
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Het goede antwoord
6. 'Voor Jason zijn vakantiebestemming bepaalt (pvtt), heeft hij eerst alle mogelijkheden bestudeerd (vd) die zijn reisdoel heeft.'

Slide 29 - Diapositive

Blader door naar blz. 132
We gaan starten met hoofdstuk 5!

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag!
  • Lees de theorie op blz. 132 'Het doel van een tekst'

  • Maak opdracht 1
    Noteer in je schrift a t/m o en noteer hierachter wat het voornaamste tekstdoel is van deze tekstvorm

  • Je noteert hier een van de vier tekstdoelen die in de theorie genoemd word: amuseren, informeren, overtuigen of activeren

  • Met deze opdracht ben je ±15 min. bezig. We kijken deze opdracht a.s. maandag na (HW!)
timer
15:00

Slide 31 - Diapositive