Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Rekenvaardigheden
Hoofdstuk 3
Slide 1 - Diapositive
De beloning voor de productiefactor arbeid is:
A
Winst
B
Loon
C
Pacht
D
Huur
Slide 2 - Quiz
De beloning voor de productiefactor natuur is:
A
Loon
B
Winst
C
Pacht
D
Rente
Slide 3 - Quiz
De beloning voor de productiefactor kapitaal is
A
Loon
B
Pacht
C
Winst
D
Rente
Slide 4 - Quiz
De prijs van een Toyota is €21.595. Na vijf jaar is de auto nog €11.800 waard. Bereken de jaarlijkse afschrijving
Slide 5 - Question ouverte
De aanschafprijs van een bedrijfswagen is €45.000. De afschrijving per jaar is €7.800. Hoeveel is auto nog waard na 3 jaar?
Slide 6 - Question ouverte
De vaste kosten van een meubelfabriek zijn €910.000. De variabele kosten zijn €1.196.000. Bereken de kostprijs van 1 bank als er jaarlijks 3.200 banken worden gemaakt.
Slide 7 - Question ouverte
Een tablet wordt ingekocht voor €80 per stuk. De brutowinstopslag is 45 % en de btw is 21 %. Bereken de consumentenprijs
Slide 8 - Question ouverte
Een groenteboer verkoopt bananen voor €1,26. De inkoopprijs is €0,90. Bereken de brutowinstopslag in procenten van de inkoopprijs.
Slide 9 - Question ouverte
Je verkoopt 722 fietsen voor €824 per stuk. Bereken de omzet
Slide 10 - Question ouverte
De verkoopprijs van een pizza is €7,60. De omzet was €9.652. Bereken de afzet.
Slide 11 - Question ouverte
Lucas verkoopt 837 horloges voor gemiddeld €76 per stuk. De inkoopwaarde hiervan is €29.600. Bereken de brutowinst.
Slide 12 - Question ouverte
Een zak friet heeft een consumentenprijs van €2,75. De btw is 9 %. Bereken de verkoopprijs.
Slide 13 - Question ouverte
De consumentenprijs van een fiets is €699,38. De btw is 21 %. Bereken de verkoopprijs.