VMBO Basis kennis tot nu toe

VMBO Basis H11 kennis tot nu toe
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

VMBO Basis H11 kennis tot nu toe

Slide 1 - Diapositive

Welke materialen isoleren warmte goed?
A
Hout
B
Materialen met veel stilstaande lucht
C
Textiel
D
Metalen

Slide 2 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van dichtheid?
A
dichtheid = Volume / massa
B
dichtheid = massa - Volume
C
dichtheid = massa * Volume
D
dichtheid = massa / Volume

Slide 3 - Quiz

Welke materialen geleiden elektriciteit niet?
A
Kunststof
B
Glas
C
Hout
D
Ijzer

Slide 4 - Quiz

Welk type materiaal wordt gekozen voor lichte producten?
A
materialen met een kleine dichtheid
B
materialen met een grote dichtheid
C
materialen met een lage massa
D
materialen met een hoge massa

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er met een metalen draad als je het verwarmt?
A
Het zal krimpen
B
Het zal breken
C
Het zal uitzetten
D
Het zal smelten

Slide 6 - Quiz

Wat is verspaanbaarheid?
A
Mengen van materialen
B
Wegnemen van materiaal met gereedschap
C
Samenstellen van materialen
D
Verbinden van materialen

Slide 7 - Quiz

Wat is een legering?
A
Een combinatie van hout en kunststof
B
Een mengsel van metalen
C
Een laag van materialen
D
Een verbinding met bouten en schroeven

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je materialen verbinden?
A
Wegnemen van materiaal met gereedschap
B
Met schroeven of bouten vastmaken
C
Mengen van materialen
D
Aan elkaar lijmen van materialen

Slide 9 - Quiz

Wat is de term voor het aantasten van een metaal door de omgeving?
A
Corrosie
B
Rust
C
Oxidatie
D
Erosie

Slide 10 - Quiz

Wat is een nadeel van ijzer in relatie tot water en zuurstof?
A
Het roest
B
Het oxideert
C
Het corrodeert
D
Het verbrandt

Slide 11 - Quiz

Wat zijn belangrijke redenen voor mensen om kleren te dragen?
A
Om lichaamsdelen te bedekken
B
Om warm te blijven
C
Om te zwemmen
D
Om er leuk uit te zien

Slide 12 - Quiz

Welk ander materiaal wordt genoemd voor kleding naast textiel?
A
Plastic
B
Leer

Slide 13 - Quiz

Waarom moeten voertuigen stevig en veilig zijn?
A
Om het voertuig lichter te maken.
B
Om energie te besparen tijdens de verplaatsing.
C
Om mensen en goederen op hoge snelheid te verplaatsen.
D
Om het gebruik van aluminium te stimuleren.

Slide 14 - Quiz

Waarom zijn veel apparaten van kunststof gemaakt?
A
Mooie uitstraling
B
Makkelijk te recyclen
C
Eenvoudige productie
D
Laag gewicht, goedkoop, lange levensduur

Slide 15 - Quiz

Welke materialen zijn geschikt voor stevige meubels?
A
Glas en plastic
B
Kunststof en karton
C
Rubber en textiel
D
Metaal en hout

Slide 16 - Quiz

Welke materialen zijn belangrijk om een huis droog te houden tijdens regen?
A
Kunststof
B
Papier
C
Karton
D
Glas

Slide 17 - Quiz

Waar bestaat beton uit?
A
Cement, zand, grind, water
B
Cement, water, klei, kalkzandsteen

Slide 18 - Quiz

Waar vind je zand en klei?
A
in bossen
B
in de woestijn
C
in de bergen
D
bij rivieren

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van waterverontreiniging?
A
Giftige stoffen kunnen snel over grote afstanden worden verplaatst
B
Er zijn geen gevolgen
C
De gevolgen zijn alleen lokaal
D
De gevolgen zijn meestal klein

Slide 20 - Quiz

Hoe verspreidt bodemverontreiniging zich?
A
Via de bodem
B
Via het oppervlaktewater
C
Via het grondwater
D
Via de lucht

Slide 21 - Quiz

Wat houdt preventie in bij het maken van producten?
A
Het hergebruiken van producten na gebruik.
B
Zo min mogelijk schadelijke stoffen gebruiken.
C
Het storten van producten op een vuilnisbelt.
D
Het verbranden van producten in een verbrandingsoven.

Slide 22 - Quiz

Wat is het doel van recyclen?
A
Stoffen en materialen hergebruiken na gebruik.
B
Het verbranden van producten in een verbrandingsoven.
C
Het storten van producten op een vuilnisbelt.
D
Het gebruik van producten als grondstof voor energieopwekking.

Slide 23 - Quiz

Wat is de eerste stap in de volgorde van omgaan met afval voor het milieu?
A
Preventie: het ontstaan van afvalstoffen voorkomen.
B
Energie: stoffen en producten gebruiken als grondstof voor het opwekken van energie.
C
Recyclen: stoffen en materialen na gebruik van het product opnieuw gebruiken.
D
Hergebruik: producten na gebruik als product opnieuw gebruiken.

Slide 24 - Quiz

Welk afval wordt niet apart gehouden?
A
Restafval
B
Glas
C
Klein chemisch afval
D
Papier/karton

Slide 25 - Quiz

Wat gebeurt er met restafval?
A
Wordt hergebruikt
B
Wordt verbrand in een verbrandingsoven of belandt op een vuilnisbelt
C
Wordt omgezet in compost
D
Wordt gerecycled

Slide 26 - Quiz

Wat wordt bedoeld met pmd?
A
Groente-, fruit-, tuinafval
B
Papier/karton
C
Plastic, metalen (blik) en drinkpakken
D
Klein chemisch afval

Slide 27 - Quiz

Welke schadelijke gassen dragen bij aan het ontstaan van zure regen?
A
Methaan en waterdamp
B
Stikstofoxiden en ozon
C
Zwaveldioxide en koolmonoxide
D
Benzine en diesel

Slide 28 - Quiz

Welk gevolg van luchtverontreiniging kan leiden tot huidkanker?
A
Stijging van CO2-niveaus
B
Verhoogde zuurgraad
C
Toename van ozonconcentratie
D
Gat in de ozonlaag

Slide 29 - Quiz

Wat is een van de gevolgen van luchtverontreiniging?
A
Versterkt broeikaseffect
B
Toegenomen luchtkwaliteit
C
Verminderde CO2-uitstoot
D
Zwaarste regenval

Slide 30 - Quiz