2.1

MAVO 2
2.1 Industrie en samenleving
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- Hoe en waardoor de productie toenam.
- Wat veranderde in de samenleving.
- Wat veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

MAVO 2
2.1 Industrie en samenleving
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- Hoe en waardoor de productie toenam.
- Wat veranderde in de samenleving.
- Wat veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.

Slide 1 - Diapositive

2.1 Industrie en samenleving
Tijdvak 8: 1800-1900.
De 19e eeuw: IJzeren eeuw.
In Nederland pas echt industrialisatie vanaf 1850
Moderne tijd: 1800 - heden. 

Slide 2 - Diapositive

2.1 Industrie en samenleving
Tot 1800 werd bijna alles met de hand gemaakt (huisnijverheid).
Vanaf 1850 werd steeds meer met machines gemaakt -->
Dit noemen we de industriële revolutie.
Voor:                                                         Na:

Slide 3 - Diapositive

Bekijk de afbeelding ->

Welk begrip past het beste
bij deze afbeelding?
A
industrialisatie
B
huisnijverheid
C
beleggers
D
dienstensector

Slide 4 - Quiz

2.1 Industrie en samenleving
De industriële revolutie begon in 1850 in Groot-Brittannië.
Ondernemers stichtten daar fabrieken om spullen te maken.

Deze maakten ze met stoommachines -->
Als energiebron gebruikten ze steenkool
Video stoommachine

Slide 5 - Diapositive

2.1 Industrie en samenleving
Gevolgen van de industriële revolutie:

1. Handarbeid wordt vervangen door machines op stoomkracht
2. Er komen snel veel nieuwe producten en nieuwe uitvindingen bij.

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe producten
Trein
Electrisch licht
Kunstmest
Telefoon

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 8 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen in de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 9 - Quiz

2.1 Industrie en samenleving
Gevolgen van de industriële revolutie:

1. Er komen snel veel nieuwe uitvindingen bij.
2. De samenleving veranderde naar een industriële
     samenleving.
Meer mensen werken in de industrie en dienstensector.
Minder mensen werken in de landbouw.
Er gingen meer mensen in de steden wonen.

Rijke burgers konden een bedrijf beginnen, ze waren ondernemer.
Bedrijven werden groter en werkgevers hadden veel meer personeel in dienst dan voorheen.
De relatie tussen werkgevers en werknemers was vaak onpersoonlijk.

Slide 10 - Diapositive

In welke beroepen begon de Industriële Revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 11 - Quiz

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika

Slide 12 - Quiz

Arbeiders in actie
Om voor zichzelf op te komen, gingen arbeiders samenwerken. 
Ze richtten vakbonden op.

Slide 13 - Diapositive

Industriële samenleving
Periode van 1800  tot heden heet moderne tijd.
 Vanaf 1850 ook in andere westerse landen en Japan.


Slide 14 - Diapositive

Industriële samenleving
Door de revolutie veranderde de samenleving
Sommige banen verdwenen, sommige ontstonden
Vooral de dienstensector groeide
Er gingen meer mensen in de steden wonen
Zo ontstond een industriële samenleving

Slide 15 - Diapositive

Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland

Slide 16 - Question de remorquage

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 17 - Quiz

In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 18 - Quiz

Video
Histoclips: De industriële revolutie

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 21 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 22 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 23 - Quiz

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 24 - Quiz

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 25 - Quiz

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw

Slide 26 - Quiz

In welke beroepen begon de Industriële revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 27 - Quiz

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel

Slide 28 - Quiz

Aan de slag!
Lees blz. 20-21 en maak opdr. 1 t/m 7 Par 2.1

Slide 29 - Diapositive