4H woordenschat les 1

Dagopening Waardering
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dagopening Waardering

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Welke artiest verdient volgens jou meer waardering dan deze nu krijgt?

Slide 3 - Diapositive

Woordenschat - H4

Slide 4 - Diapositive

Uitleg woordraadstrategieën 

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel: ik kan de betekenis van onbekende woorden uit de vorm, samenstelling of de context afleiden. 


Slide 6 - Diapositive

Planning 
- introductie woordenschat
- wat zijn ook alweer woordraadstrategieën?
- Oefenen in de online methode

Slide 7 - Diapositive

Planning 
Woordkennis is voor tekstbegrip heel belangrijk.

Hoeveel procent van de woorden van een tekst moet je kennen om de tekst te begrijpen?

Slide 8 - Diapositive

Planning 
Woordkennis is voor tekstbegrip heel belangrijk.

Hoeveel procent van de woorden van een tekst moet je kennen om de tekst te begrijpen?   
                                                             

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waarom doen we dit?
Woordkennis is voor tekstbegrip heel belangrijk.

Hoeveel procent van de woorden van een tekst moet je kennen om de tekst te begrijpen?   
                                                              90%

Slide 15 - Diapositive

Woordraadstrategieën
Wat te doen als je een onbekend woord tegenkomt in een leestekst.

- Kijk naar de context (tekstdeel rondom het woord)
- Kijk naar een woorddeel

Slide 16 - Diapositive

Een moeilijk woord! Wat nu?
De betekenis van moeilijke en onbekende woorden kun je vaak uit de tekst afleiden door een woordraadstrategie toe te passen.

  • Je herkent een synoniem van het woord.
  • Er wordt een omschrijving of definitie van het woord gegeven.
  • Het woord wordt uitgelegd met een voorbeeld.
  • Tegenstelling: er staat een woord met een tegenovergestelde betekenis in de tekst.
  • Je kent een deel van het woord.
  • Je herkent het woord uit een andere taal.
  • Een afbeelding kan je helpen.

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent evident?
Het talent van de toneelspeelster is evident, maar of ze ook het doorzettingsvermogen heeft dat voor grote rollen noodzakelijk is, is onduidelijk.

Slide 18 - Diapositive

Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
Het talent van de toneelspeelster is evident, maar of ze ook het doorzettingsvermogen heeft dat voor grote rollen noodzakelijk is, is onduidelijk.

evident = duidelijk

Slide 19 - Diapositive

 In de tekst staat een woord met een tegenovergestelde betekenis
Het talent van de toneelspeelster is evident, maar of ze ook het doorzettingsvermogen heeft dat voor grote rollen noodzakelijk is, is onduidelijk.

evident = duidelijk 

Slide 20 - Diapositive

Wat betekent interpretatie?
Bij internationale conferenties geeft de interpretatie van de slotverklaring vaak problemen, doordat de verschillende partijen een andere uitleg aan die tekst geven.

Slide 21 - Diapositive

Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
Bij internationale conferenties geeft de interpretatie van de slotverklaring vaak problemen, doordat de verschillende partijen een andere uitleg aan die tekst geven.

interpretatie = uitleg

Slide 22 - Diapositive

In de tekst staat een synoniem.
Bij internationale conferenties geeft de interpretatie van de slotverklaring vaak problemen, doordat de verschillende partijen een andere uitleg aan die tekst geven.

interpretatie = uitleg

Slide 23 - Diapositive

Misschien ken je iets van het woord?
Uit een andere taal?
Woord: doubleren dubble (Engels) double (Frans)

Een stukje van het woord?
Woord: Accentueren > accent

Slide 24 - Diapositive

Misschien helpt een illustratie?
sociogram

Slide 25 - Diapositive

Oefenen
Maak online 
Woordenschat les 1, opdracht 1 en 2 paragraaf 1

De woordenlijst van dit hoofdstuk komt in teams. 
Toetsing: een schrijfopdracht en een repetitie


Slide 26 - Diapositive