§3.1 Energiebronnen

3.1  Energiebronnen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 11 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.1  Energiebronnen

Slide 1 - Diapositive

Wat is een energiebron?
Alles wat een bruikbare soort energie kan leveren, noem je een energiebron. In een energiebron is een soort energie opgeslagen die een energieomzetter kan gebruiken:
• Een zonnecel kan de stralingsenergie van zonlicht gebruiken.
• Een windmolen kan de bewegingsenergie van stromende lucht gebruiken.
• Een gasfornuis kan de chemische energie van aardgas gebruiken.
Zonlicht, wind en aardgas zijn dus voorbeelden van energiebronnen: het zijn leveranciers van een bruikbare soort energie.
Wat is een energiebron?

Alles wat een bruikbare soort energie kan leveren, noem je een energiebron. In een energiebron is een soort energie opgeslagen die een energieomzetter kan gebruiken:
• Zonnecel gebruikt stralingsenergie van zonlicht
• Windmolen gebruikt bewegingsenergie van wind
• Gasfornuis gebruikt chemische energie van aardgas

Slide 2 - Diapositive

Welke energiebronnen kennen jullie?

Slide 3 - Question ouverte

Energiebron versus energiesoort
    ENERGIESOORT  
zonlicht
wind
aardgas
steenkool
uranium

stralingsenergie
bewegingsenergie
chemische energie
chemische energie
kernenergie
ENERGIEBRON
in een 
opgeslagen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Fossiele brandstoffen
Dit zijn chemische brandstoffen als  steenkool, aargas, aardolie, bruinkool. 

Bevat chemische energie

Voordeel: makkelijk en goedkoop te winnnen
Nadeel: versterkt broeikaseffect, vervuilde lucht, raakt op.

Slide 7 - Diapositive

Welk van deze energiebronnen is een fossiele brandstof?
A
Aardgas
B
Biomassa
C
Atoomsplijting
D
UV-b licht

Slide 8 - Quiz

Biomassa
Energie uit dieren of plantenresten; mest, maïs, houtsnippers, GFT.

Levert chemische energie

Voordeel:             neutraal als je b.v. weer nieuwe bomen plant.
Nadeel: Hout verbranden stinkt, voedselverbranding is zonde.
CO2

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Windenergie
Bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in elektrische energie.


Voordeel:  geen CO2 uitstoot 
Nadeel: volgels gaan dood, duur, onderhoud in zee is lastig , er is niet altijd genoeg wind.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Kernsplijting
Wanneer een atoom wordt gespleten komt er veel warmte vrij

Met deze warmte wordt water verwarmt naar stoom

De stoom laat een turbine van een
generator draaien

Bewegingsenergie wordt omgezet 
in elektrische energie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Zonne-energie
Stralingsenergie v.d. zon wordt in elektrische energie omgezet.
Dit kan bij zonnepanelen of bij een zonnecollector 
(zonneboiler)

Voordeel: snel terug verdiend (8 jaar)
Nadeel: de zon schijnt niet altijd

Slide 15 - Diapositive

Zon
Zonnecollector: stralingsenergie gebruiken om water te verwarmen

Zonnecellen: stralingsenergie omzetten in elektrische energie

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Aardwarmte
Warmte uit de aarde wordt gebruikt voor verhitting huizen, douchen,



Voordeel: duurzaam, (geen CO2 uitstoot, raakt niet  snel op) 
Nadeel: duur

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Aardwarmte
Warm water van diep in de grond wordt
omghooggepompt

Warmte wordt overgedragen aan schoon
water

Met schoon water worden huizen
verwarmd

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Wat is een ideale energiebron?

Slide 25 - Question ouverte

Ideale energiebron
Onuitputtelijk

Altijd beschikbaar

Milieuvriendelijk

Goedkoop

Slide 26 - Diapositive

Energietransitie
Overschakeling naar klimaatneutrale energiebronnen

1. Fossiele brandstoffen vervangen
2. Energiegebruik beperken
3. Energie opslaan
4. Lokale energie produceren

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Je kunt vier kenmerken van de energietransitie benoemen.
gebruik van fossiele brandstoffen
klimaatneutrale energiebronnen
  1. Fossiele brandstoffen worden vervangen.
  2. Zuiniger met energie omgaan.
  3. Energie opslaan.
  4. Energie lokaal produceren.
                            

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk
§3.1 opdracht 1 t/m 7
(tijd over: voorkennisopdrachten afmaken)

Slide 31 - Diapositive