Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waarvan is de foto hiernaast een voorbeeld?
A
Populatie
B
Seksuele selectie
C
Genetic drift
D
Een walrus
Slide 2 - Quiz
Wat is genetic drift?
A
Invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
B
Organismen best aangepast aan hun omgeving geven genen door
C
Verschijnsel dat in kleine populaties door toeval grote verschuivingen in allel frequenties optreden
D
Het ontstaan van meerdere soorten door geografische scheiding
Slide 3 - Quiz
Heeft genetic drift meer invloed op een grote of een kleine populatie?
A
Grote populatie
B
Kleine populatie
C
Maakt niet uit
Slide 4 - Quiz
Wat is natuurlijke selectie?
A
De sterkste overleven
B
De grootste overleven
C
De best aangepaste overleven
D
De snelste overleven
Slide 5 - Quiz
Wat is een voorbeeld van natuurlijke selectie?
A
Als mensen de beste zaden gebruiken om te planten.
B
Als mensen de mooiste honden gebruiken om .
C
Als roofdieren de opvallendste uit de groep vangen.
D
Als een ziekte de helft van de groep uitroeit.
Slide 6 - Quiz
Leerdoelen 10.2
Slide 7 - Diapositive
Leerdoelen 10.3
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Ontstaan van soorten
Reproductieve isolatie (= er kan geen reproductie nodig):
ruimte
tijd
gedrag
uiterlijk
Slide 15 - Diapositive
Ontstaan van soorten
Slide 16 - Diapositive
VSR
V = variatie
binnen de populatie zijn (genetische) verschillen tussen organismen
S = selectie
de organismen die het beste zijn aangepast aan de omstandigheden overleven
R = reproductie
de overlevers kunnen zich voortplanten en krijgen nakomelingen die ok de gunstige eigenschappen hebben
Slide 17 - Diapositive
Eilandtheorie
Slide 18 - Diapositive
Biodiversiteit
Slide 19 - Diapositive
Wat is GEEN vorm van reproductieve isolatie?
A
geografische isolatie
B
verschillen in tijd
C
keuze in partner
D
verschillen in gedrag
Slide 20 - Quiz
Wat is NIET belangrijk bij de eilandtheorie?
A
het klimaat op het eiland
B
de afstand van het eiland tot het vasteland
C
de grootte van het eiland
D
het aantal soorten dat leeft op het eiland
Slide 21 - Quiz
Behoren de Dwergtekkel en de Duitse dog tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Behoren rat en muis tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
De Afrikaanse olifant (Loxodonta africana) en de Aziatische olifant (Elephas maximus) vertonen veel uiterlijke overeenkomst. Ze behoren beide tot de familie van de Elephantidae.
Behoren ze tot dezelfde soort? Behoren ze tot hetzelfde geslacht?