Les 3 procenten

Welkom!


 procenten gevraagd
procenten en grote getallen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!


 procenten gevraagd
procenten en grote getallen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Je kunt een procentuele toename berekenen
Je kunt een procentuele afname berekenen

Slide 2 - Diapositive

rekenen met breuken

9/20 deel is jongen
Bij breuken deel je door de onderkant, daarna keer de bovenkant.

960 (totaal aantal) : 20 x 9 = 432 jongens

Slide 3 - Diapositive

 breuk naar decimaal getal
3/4 = 1,0 : 4 x 3 = 0,75

9/10 = 1,0 : 10 x 9 = 0,90

3/5 = 1,0 : 5 x 3 = 0,60

14/100 = 1,0 : 100 x 14 = 0,14

Slide 4 - Diapositive

Percentage gevraagd
Ze stellen nu als vraag: hoeveel procent .....
Dit betekent dat je aantallen of bedragen krijgt en dat je het percentage gaat berekenen

Slide 5 - Diapositive



We kennen 21 soorten vleermuizen, 
9 soorten zijn zeldzaam,
hoeveel procent is dat?


Waar komt de 1?





Wat is nu de berekening?
Neem de tabel over 
Percentage berekenen
100:21x9=42,9
42,9% van de vleermuizen is zeldzaam
Procent
100
?
Aantal
21
9

Slide 6 - Diapositive

Percentage berekenen
Absolute toename: de toename in aantal
Relatieve toename: de toename in procenten

Slide 7 - Diapositive



Een voetbalvereniging had in 2015 425 leden. Nu hebben ze 820 leden. Met hoeveel procent is het ledenaantal toegenomen?

Stap 1: Bereken het verschil
820 - 425 = 395

Stap 2: Wat is de berekening?


Afname en toename in procenten


100:425x820 = 192,94
Het ledenaantal is met 92,9% toegenomen 
Procent
100
?
Aantal
425
1
395

Slide 8 - Diapositive



Een hockeyvereniging had in 2016 520 leden. Nu hebben ze 390 leden. Met hoeveel procent is het ledenaantal afgenomen?

Stap 1: Bereken het verschil
520 - 390 = -130 leden

Stap 2: Wat is de berekening?


Afname en toename in procenten


100:425x820 = 192,94
Het ledenaantal is met 92,9% toegenomen 
Procent
100
?
Aantal
520
1
130

Slide 9 - Diapositive

Toename in procenten?
Het laagste aantal komt onder de 100%
Het aantal vóór de toename

Slide 10 - Diapositive

Afname in procenten?
Het hoogste aantal komt onder de 100%
Het aantal vóór de afname

Slide 11 - Diapositive

Bij een toename:



van 425 naar 820 leden
100% = het laagste aantal
100% = 425 leden


Bij een afname:

van 520 naar 390 leden. 

100% = het hoogste aantal
100% = 520 leden
Procent
100
?
Aantal
520
1
130
Procent
100
?
Aantal
425
1
395

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Lesafsluiting

Je kunt een procentuele toename berekenen
Je kunt een procentuele afname berekenen

Zijn deze doelen behaald? Wat is nog moeilijk?

Slide 17 - Diapositive

Lesdoelen
-je kan grote getallen om-schrijven
-je kan procenten berekenen met grote getallen
-je kan berekenen met een verhoudingstabel

Slide 18 - Diapositive

Oefenvragen 

Slide 19 - Diapositive

 Grote getallen

Slide 20 - Diapositive

Uitleg : Grote getallen
1 000 =
10 000 =
100 000 =
1 000 000 =
1 000 000 000 =

GG
1 duizend= 1 000 (3 nullen)
1 miljoen = 1.000.000 (6 nullen)
1 miljard  = 1.000.000.000 (9 nullen)
1 biljoen  = 1.000.000.000.000 (12 nullen)

Slide 21 - Diapositive

GROTE GETALLEN

Slide 22 - Diapositive

Schrijf 1 890 145 met het woord miljoen en rond af op één decimaal

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf 231 790 105 met het woord miljard en rond af op één decimaal

Slide 24 - Question ouverte

Bereken de procenten

-gebruik altijd een verhoudingstabel.
-Vul de verhoudingstabel in op dezelfde manier.
-kijk of je makkelijk kan rekenen (haal bv extra nullen weg)


Slide 25 - Diapositive

Lesdoelen bereikt?
-je kan het percentage berekenen
-je weet het verschil tussen absoluut en relatief
-je kan berekenen met een verhoudingstabel

Slide 26 - Diapositive

Prijsstijging van 5%
Waar reken je naar toe?
A
5%
B
105%
C
95%

Slide 27 - Quiz

Prijsdaling van 2,6%
Waar reken je naar toe?
A
2,6%
B
102,6%
C
87,4%

Slide 28 - Quiz

In een aquarium zitten 12 vissen, er zijn 5 rode vissen. Hoeveel procent van de vissen is rood? 

1
X
5
12
100
41,7
Procent
Aantal

Slide 29 - Question de remorquage

De benzineprijs is gestegen van €1,40 naar €1,50. 
Hoeveel procent is dat? 

1
X
0,10
1,40
100
7,1
Bedrag
Procent
107,1
1,50

Slide 30 - Question de remorquage

Een voetbal vereniging had in 2019 175 leden. Een jaar erop is het gedaald naar 150 leden. Met hoeveel procent is het gedaald.

1
X
25
150
100
16,7
Aantal
Procent
175
116,7
85,7
14,3

Slide 31 - Question de remorquage

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00

Slide 32 - Question de remorquage

Absolute toename (het verschil!)

III - II = 760 - 738 = 22 mm 

Slide 33 - Diapositive

52b: Vul de procententabel verder in
738
100
22
1
X
3,0
Aantal
Procent
10,00

Slide 34 - Question de remorquage

Bereken 40% van 140.
A
40
B
60
C
56
D
84

Slide 35 - Quiz

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel korting krijgt ze? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent

euro
16,95
100
6,95
1
X
59

Slide 36 - Question de remorquage

Kader 3 heeft 76 leerlingen, daarvan zijn er 68,4% van online. Hoeveel van de leerlingen is online? 
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.

76
100
52
1
X
68,4
Aantal
Procent
31,6
24
23

Slide 37 - Question de remorquage

Korting %
Een armband kost €15,
je krijgt 40% korting.
Hoeveel kost de armband nu?

Slide 38 - Question ouverte

Een broek kost 55 euro Je hebt 30% korting Wat betaal je?

Slide 39 - Question ouverte

Korting %
Er zijn 8600 zitplaatsen,
62,5 % is bezet.
Hoeveel plaatsen zijn bezet?

Slide 40 - Question ouverte

Instap som:
Een spijkerbroek kost 69,95 euro.
Ik heb hem gekocht voor 49,95 euro.
Hoeveel % korting heb ik gehad?

Slide 41 - Question ouverte