week 40

Le programme d'aujourd'hui: 

1. Questions? Overhoren apprendre 3 
3. Doornemen apprendre 4 et 6
4. Oefenen met kloktijden, maak aant en mk ex. 9, 10
5. Évaluation
6. Les devoirs: ler apprendre 4 , mk 9 et 10

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Le programme d'aujourd'hui: 

1. Questions? Overhoren apprendre 3 
3. Doornemen apprendre 4 et 6
4. Oefenen met kloktijden, maak aant en mk ex. 9, 10
5. Évaluation
6. Les devoirs: ler apprendre 4 , mk 9 et 10

Slide 1 - Diapositive

Verbuga
1. Ga naar www.verbuga.eu
2. In de kolom 'temps' staat de présent aangevinkt. Als dat niet zo is, vink je die aan.
3. In de kolom 'verbes irréguliers' vink je de werkwoorden avoir, être en faire aan
4. De kolom 'verbes réguliers' laat je leeg
5. Druk op 'confirmer' en oefen met de werkwoorden
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Vertaal: het is 4 uur

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Vertaal: het is kwart over 5

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Vertaal: het is half 7

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Vertaal: Het is kwart voor 10

Slide 13 - Question ouverte

Le programme d'aujourd'hui: 

1. Questions? controlleren HW, Overhoren apprendre 4 mini SO
2. Herhalen kloktijden, nakijken huiswerk ex. 9 et 10
3. Samen luisteren ex. 11, 12, 13, 14, 15
4. Évaluation
6. Les devoirs: ler kloktijden en apprendre 3 , mk ex 11 t/m 15, geen HW, volgende keer HW controlleren en nakijken.

Slide 14 - Diapositive

Mini SO apprendre 4 + 6
1. bonne chance            6. de toekomst
2. le champion               7. de keer
3. le rêve                           8. sorry
4. tous les jours            9. de ingang
5. quoi?                            10. graag  

Slide 15 - Diapositive

Kloktijden:
Hoe zeg je: Het is .... uur?

kwart over = ....                               het is 14.15 uur = .....
kwart voor = ....
half               = ....
Het is 12.00 uur = ...
Het is 00.00 uur = ....

Slide 16 - Diapositive