MYP3 vrijdag 2 februari

MYP3 vrijdag 2 februari
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

MYP3 vrijdag 2 februari

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Inhoud
Kring
quiz
tekst fomo

Slide 3 - Diapositive

Kring
Wie kan 15 Nederlandse steden opnoemen?



+                                                           -

Slide 4 - Diapositive

onderwerpen
Krantenartikel mobieltjes school
Filmpje jaren 90 over mobiel, hoe zien wij dat over dertig jaar

Slide 5 - Diapositive

Ik volg de les
A
en ik denk aan het weekend
B
en ik aan het weekend denk

Slide 6 - Quiz

Ik volg de les
A
omdat ik ben dat verplicht
B
omdat ik dat verplicht ben

Slide 7 - Quiz

Ik steek het licht aan
A
want wil ik lezen een boek
B
want ik een boek wil lezen
C
want ik wil een boek lezen

Slide 8 - Quiz

Perfectum/ voltooid deelwoord
A
Ik ging schaatsen
B
Ik schaatste
C
Ik heb geschaatst

Slide 9 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
A
stoel
B
blauw
C
fietsen

Slide 10 - Quiz

Wat is een algoritme?
A
De maatvoering binnen een muziekstuk
B
Een programma dat bepaalt wat je op social media te zien krijgt
C
Een aanbieding bij de AH
D
Een wiskundige formule om hoeken te berekenen

Slide 11 - Quiz

algoritme
A
maat van de muziek
B
een reeks instructies die een pc uitvoert
C
extreem
D
Engelse band

Slide 12 - Quiz

Een algoritme.....
A
heeft een eindig aantal stappen
B
Heeft een oneindig aantal stappen

Slide 13 - Quiz

Wat is een algoritme?
A
Een systeem dat bepaald wat je te zien krijgt op sociale media
B
Het ritme van een liedje

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een toepassing van kunstmatige intelligentie?
A
Fietsband
B
Boekenplank
C
Autonome voertuigen
D
Koffiezetapparaat

Slide 15 - Quiz

Technologie die met inzet van kunstmatige intelligentie beeld en geluid manipuleert.
A
deepfake
B
cookie
C
phishing
D
internet of things

Slide 16 - Quiz

Wat is een ander woord voor kunstmatige intelligentie?
A
artificiële intelligentie
B
artistieke intelligentie
C
artificele intelligentie
D
artistische intelligentie

Slide 17 - Quiz

Filmpje RTL-nieuws
Waar gaat het over
Nieuwe woorden

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Heb jij last van FoMO?

’s Ochtends, nog voor je uit bed stapt, op je telefoon kijken wat je gemist hebt terwijl je sliep. Of even op Instagram gaan als je wacht op de tram, om de rest van de rit foto's van je vrienden te liken. Herkenbaar? Je bent niet de enige. Uit een recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat jongvolwassenen steeds vaker verslaafd zijn aan sociale media. Uit een ander onderzoek blijkt dat dit ook geldt voor 12-16 jarigen. Is er sprake van een serieus probleem?

Fikse toename 
Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat van de mensen tussen de 18 en 25 jaar vorig jaar 29 procent zei verslaafd te zijn. Drie jaar geleden was dat nog 19 procent. Sociale media nemen ook steeds meer tijd in beslag: van de jongvolwassenen is 29 procent 3 tot 5 uur per dag bezig met Facebook, Instagram en andere netwerken. In 2015 was dat nog 17 procent. ‘Een fikse toename,’ vindt Tanja Traag, socioloog bij het CBS. ‘Als je kijkt naar hoeveel meer tijd jongvolwassenen aan sociale media besteden en de negatieve kanten die ze hier zelf aan toeschrijven, dan is dit wel iets om bij stil te staan.’ ‘Op het station zie je tegenwoordig iedereen naar zijn telefoon kijken. De jongste generatie kan zich al niet meer voorstellen dat je zomaar een gesprek voert met de overbuurman in de trein,' vult ze aan.

Negatieve effecten
Uit het CBS-onderzoek blijkt dat de meeste jongeren sociale media gebruiken om in contact te blijven met anderen, of omdat ze het simpelweg leuk vinden. Verveling, de angst om iets te missen (bekend als FoMO, Fear of Missing Out) en volgen wat anderen doen zijn andere redenen die de 304 respondenten gaven. 
Maar het gebruik van sociale media kent ook negatieve effecten, blijkt uit het onderzoek van CBS.
Zo is het aantal jongvolwassenen dat negatieve invloed ervaart op de nachtrust tussen 2015 en 2017 gestegen van 26 naar 41 procent. Een groeiende groep is onrustig als er geen toegang is tot internet of als ze een bericht niet meteen kunnen bekijken. School- of werkprestaties kunnen eronder lijden. Pestgedrag neemt toe, het zelfbeeld neemt juist af. ‘Als je je werkelijke leven gaat vergelijken met het leven dat je construeert en toont op bijvoorbeeld Instagram, dan kun je onzeker worden,’ zegt Daan Couzijn (24) hierover in de Volkskrant. Ook zijn nachtrust is verslechterd. ‘Ik word wakker met dat scherm en ga ermee naar bed. Ik vind het moeilijker om ontspannen in slaap te vallen en kijk bij het opstaan meteen op mijn telefoon om te zien wat mensen die nacht hebben gedaan.’
Maar Daan ziet ook de voordelen van sociale media: zijn Facebookpagina (1.919 vrienden) fungeert als handige agenda en zijn Instagram (2.128 volgers) als een portfolio voor zijn werk als kunstenaar. ‘Het biedt me kansen, ik krijg via Instagram veel klusjes aangeboden. Het geeft me een goed gevoel om te ervaren dat mijn werk in de smaak valt.’

Hunkering
Dat 29 procent van de jongvolwassen zegt verslaafd te zijn, hoeft trouwens niet te betekenen dat ze dit ook werkelijk zijn. ‘Mensen zeggen al snel dat ze verslaafd zijn aan bijvoorbeeld Netflix, maar wat ze bedoelen is dat ze het heel leuk vinden en het vaker gebruiken dan ze eigenlijk zouden willen,’ zegt Floor van Bakkum, woordvoerder van Jellinek. Deze verslavingskliniek heeft geen cliënten in behandeling die zich specifiek hebben aangemeld met een socialemediaverslaving. ‘Een echte verslaving heeft grote invloed op iemands dagelijkse leven. Je kunt bijvoorbeeld niet meer functioneren op je werk of op school en je sociale leven lijdt eronder.’
‘De hunkering die mensen ervaren om sociale media te checken heeft gelijkenis met de hunkering naar drugs of andere middelen,’ zegt neuropsycholoog en bijzonder hoogleraar verslaving Anneke Goudriaan. ‘Als iemand likes, complimentjes en sociale berichtjes op Facebook krijgt, dan wordt het beloningscircuit in het brein geactiveerd. Net als met drugs, alleen is het effect veel minder sterk.’
Volgens Goudriaan is er momenteel onder verslavingsonderzoekers veel discussie of game- of socialemediaverslaving erkend moet worden als een officiële verslaving. Dit is nu niet het geval en behandeling wordt daarom niet vergoed. Een slechte zaak, vindt Bjarne Timonen, psycholoog bij verslavingskliniek Rodersana. ‘Er komt steeds meer bewijs dat socialemediaverslaving een gedragsverslaving is. Dat is terug te zien in de hersenen.’ Timonen spreekt van een serieus probleem, waardoor mensen zich angstig of depressief kunnen voelen. ‘Veel mensen zullen niet doorhebben dat ze verslaafd zijn, daarvan moeten ze zich echt bewust worden. Vervolgens moeten ze hulp toestaan.’
Niet iedereen heeft overigens professionele hulp nodig. Er zijn genoeg eenvoudige maatregelen die het socialemediagebruik kunnen terugdringen. Timonen: ‘Zoals je telefoon op zwart-wit zetten, waardoor hij minder attractief wordt. Maar ik raad vooral aan een detox te doen. Schakel al je accounts een maandje uit en kijk wat het met je doet.’

Wat te doen?
Sociale media zijn zo alomtegenwoordig, dat jongeren moeten weten hoe ze zich kunnen weren tegen overconsumptie, vindt Rhea van den Dong, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). 
‘We leren jongeren ook om te gaan met andere verslavende zaken, zoals alcohol en drugs. Daarbij doen we ook aan voorlichting, dan is het niet gek om dat ook bij sociale media te doen als blijkt dat dat nodig is.’ Het probleem is echter dat scholen geen idee hebben hoe ze ermee om moeten gaan, zegt Regina van den Eijnden, universitair hoofddocent Maatschappijwetenschappen in Utrecht. ‘En hetzelfde geldt voor ouders, en voor studenten en leerlingen zelf. Iedereen vraagt zich af hoe hiermee om te gaan, maar niemand weet het antwoord.’ Van den Eijnden wijst erop dat er nog heel weinig bekend is over de effecten van sociale media. Zelf voert ze een diepgravende studie uit naar de gevolgen voor middelbare scholieren. De uitkomsten daarvan zijn nog niet gepubliceerd, maar de stelling dat het vele gebruik van sociale media tot problemen leidt, durft ze al wel aan. 
Als er een partij is die in de ogen van Van den Eijnden de handschoen op moet pakken, is het de overheid. ‘Er moet echt meer aandacht komen voor dit onderwerp. Dan kun je niet alleen denken aan financiering van onderzoek, maar ook aan preventie en het ontwikkelen van zelfhulpprogramma's. Nu is er geen enkel potje beschikbaar om er iets aan te doen.’

Bron: www.nos.nl, www.ad.nl, www.vk.nl, www.cbs.nl. 

Slide 20 - Diapositive

Fikse toename 
Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat van de mensen tussen de 18 en 25 jaar vorig jaar 29 procent zei verslaafd te zijn. Drie jaar geleden was dat nog 19 procent. Sociale media nemen ook steeds meer tijd in beslag: van de jongvolwassenen is 29 procent 3 tot 5 uur per dag bezig met Facebook, Instagram en andere netwerken. In 2015 was dat nog 17 procent. ‘Een fikse toename,’ vindt Tanja Traag, socioloog bij het CBS. ‘Als je kijkt naar hoeveel meer tijd jongvolwassenen aan sociale media besteden en de negatieve kanten die ze hier zelf aan toeschrijven, dan is dit wel iets om bij stil te staan.’ ‘Op het station zie je tegenwoordig iedereen naar zijn telefoon kijken. De jongste generatie kan zich al niet meer voorstellen dat je zomaar een gesprek voert met de overbuurman in de trein,' vult ze aan.

Negatieve effecten
Uit het CBS-onderzoek blijkt dat de meeste jongeren sociale media gebruiken om in contact te blijven met anderen, of omdat ze het simpelweg leuk vinden. Verveling, de angst om iets te missen (bekend als FoMO, Fear of Missing Out) en volgen wat anderen doen zijn andere redenen die de 304 respondenten gaven. 
Maar het gebruik van sociale media kent ook negatieve effecten, blijkt uit het onderzoek van CBS.
Zo is het aantal jongvolwassenen dat negatieve invloed ervaart op de nachtrust tussen 2015 en 2017 gestegen van 26 naar 41 procent. Een groeiende groep is onrustig als er geen toegang is tot internet of als ze een bericht niet meteen kunnen bekijken. School- of werkprestaties kunnen eronder lijden. Pestgedrag neemt toe, het zelfbeeld neemt juist af. ‘Als je je werkelijke leven gaat vergelijken met het leven dat je construeert en toont op bijvoorbeeld Instagram, dan kun je onzeker worden,’ zegt Daan Couzijn (24) hierover in de Volkskrant. Ook zijn nachtrust is verslechterd. ‘Ik word wakker met dat scherm en ga ermee naar bed. Ik vind het moeilijker om ontspannen in slaap te vallen en kijk bij het opstaan meteen op mijn telefoon om te zien wat mensen die nacht hebben gedaan.’
Maar Daan ziet ook de voordelen van sociale media: zijn Facebookpagina (1.919 vrienden) fungeert als handige agenda en zijn Instagram (2.128 volgers) als een portfolio voor zijn werk als kunstenaar. ‘Het biedt me kansen, ik krijg via Instagram veel klusjes aangeboden. Het geeft me een goed gevoel om te ervaren dat mijn werk in de smaak valt.’

Slide 21 - Diapositive

Hunkering
Dat 29 procent van de jongvolwassen zegt verslaafd te zijn, hoeft trouwens niet te betekenen dat ze dit ook werkelijk zijn. ‘Mensen zeggen al snel dat ze verslaafd zijn aan bijvoorbeeld Netflix, maar wat ze bedoelen is dat ze het heel leuk vinden en het vaker gebruiken dan ze eigenlijk zouden willen,’ zegt Floor van Bakkum, woordvoerder van Jellinek. Deze verslavingskliniek heeft geen cliënten in behandeling die zich specifiek hebben aangemeld met een socialemediaverslaving. ‘Een echte verslaving heeft grote invloed op iemands dagelijkse leven. Je kunt bijvoorbeeld niet meer functioneren op je werk of op school en je sociale leven lijdt eronder.’
‘De hunkering die mensen ervaren om sociale media te checken heeft gelijkenis met de hunkering naar drugs of andere middelen,’ zegt neuropsycholoog en bijzonder hoogleraar verslaving Anneke Goudriaan. ‘Als iemand likes, complimentjes en sociale berichtjes op Facebook krijgt, dan wordt het beloningscircuit in het brein geactiveerd. Net als met drugs, alleen is het effect veel minder sterk.’
Volgens Goudriaan is er momenteel onder verslavingsonderzoekers veel discussie of game- of socialemediaverslaving erkend moet worden als een officiële verslaving. Dit is nu niet het geval en behandeling wordt daarom niet vergoed. Een slechte zaak, vindt Bjarne Timonen, psycholoog bij verslavingskliniek Rodersana. ‘Er komt steeds meer bewijs dat socialemediaverslaving een gedragsverslaving is. Dat is terug te zien in de hersenen.’ Timonen spreekt van een serieus probleem, waardoor mensen zich angstig of depressief kunnen voelen. ‘Veel mensen zullen niet doorhebben dat ze verslaafd zijn, daarvan moeten ze zich echt bewust worden. Vervolgens moeten ze hulp toestaan.’
Niet iedereen heeft overigens professionele hulp nodig. Er zijn genoeg eenvoudige maatregelen die het socialemediagebruik kunnen terugdringen. Timonen: ‘Zoals je telefoon op zwart-wit zetten, waardoor hij minder attractief wordt. Maar ik raad vooral aan een detox te doen. Schakel al je accounts een maandje uit en kijk wat het met je doet.’

Slide 22 - Diapositive

Wat te doen?
Sociale media zijn zo alomtegenwoordig, dat jongeren moeten weten hoe ze zich kunnen weren tegen overconsumptie, vindt Rhea van den Dong, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). 
‘We leren jongeren ook om te gaan met andere verslavende zaken, zoals alcohol en drugs. Daarbij doen we ook aan voorlichting, dan is het niet gek om dat ook bij sociale media te doen als blijkt dat dat nodig is.’ Het probleem is echter dat scholen geen idee hebben hoe ze ermee om moeten gaan, zegt Regina van den Eijnden, universitair hoofddocent Maatschappijwetenschappen in Utrecht. ‘En hetzelfde geldt voor ouders, en voor studenten en leerlingen zelf. Iedereen vraagt zich af hoe hiermee om te gaan, maar niemand weet het antwoord.’ Van den Eijnden wijst erop dat er nog heel weinig bekend is over de effecten van sociale media. Zelf voert ze een diepgravende studie uit naar de gevolgen voor middelbare scholieren. De uitkomsten daarvan zijn nog niet gepubliceerd, maar de stelling dat het vele gebruik van sociale media tot problemen leidt, durft ze al wel aan. 
Als er een partij is die in de ogen van Van den Eijnden de handschoen op moet pakken, is het de overheid. ‘Er moet echt meer aandacht komen voor dit onderwerp. Dan kun je niet alleen denken aan financiering van onderzoek, maar ook aan preventie en het ontwikkelen van zelfhulpprogramma's. Nu is er geen enkel potje beschikbaar om er iets aan te doen.’

Bron: www.nos.nl, www.ad.nl, www.vk.nl, www.cbs.nl. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Iedereen op de middelbare school denk dat dit zijn belangrijke dingen
Joachim hebt een hond gevonden
Jochem hou van Vera 
Hij vind Nienke leuk  
Jochem is een jongen die gepest worden 
Zij hebt twee vrienden die Justin en Remco heten
Na ik heb deze film gekijkt
Ik gaat de film nog een keer kijken 
Ze ziet dat Jochem haar volged
Hij laate het hun moeder weten 

Slide 25 - Diapositive

algoritmes (3.10)
robots
gamen

Slide 26 - Diapositive

logaritme

Slide 27 - Carte mentale

Feedback van een robot
Zoek je anekdote over de vakantie.
Laat Chat gpt je werk nakijken.
Denk goed na over de prompt. 
Doel: je Nederlands verbeteren.

Slide 28 - Diapositive