Lezen - H1.3 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Lezen - H1.3

Start van de les

• IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
• Tas op de grond.
• Telefoon en sleutels in je tas

Doelen

In deze paragraaf leer je:

• verschillende leesstrategieën gebruiken;

• verschillende tekstdoelen herkennen;

• het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst benoemen;

• hoofd- en bijzaken herkennen;

• de bedoeling de inleiding benoemen;

• relaties tussen alinea’s leggen.

Even herhalen

Wat is het tekstdoel als de schrijver uitlegt hoe iets werkt of hoe je iets moet doen?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat is het tekstdoel als de schrijver wil dat de lezer in actie komt?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat is het tekstdoel als de schrijver de lezer van zijn mening wil overtuigen?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat is het tekstdoel als de schrijver de lezer wil vermaken?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Onderwerp

Waar de tekst over gaat.

Hoofdzaken en bijzaken

• Hoofdzaken geven de belangrijkste informatie over het onderwerp.
• Bijzaken kunnen zijn: een voorbeeld, een herhaling of een uitleg.

Inleiding

Het begin van een tekst heet een inleiding. In de inleiding van een tekst staat altijd het onderwerp. Ook wordt in de inleiding de interesse van de lezer gewekt.

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte is de samenvatting van de tekst in één zin.

Maken

Opdracht 6 t/m 12 in het boek

Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. De belangrijkste zin in een tekst
2. Een samenvatting van de tekst in 1 zin
3. Waar de tekst over gaat

Een samenvatting van de tekst in 1 zin is de......

Wat staat altijd in de inleiding van een tekst?