Duits: Vertaling van voorzetsels
Hoe kun je het voozetsel 'naar' in het Duits vertalen?
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Hoe kun je het voozetsel 'naar' in het Duits vertalen?
Slide 1 - Carte mentale
Vertaal: Ik ga naar school.
A
Ich gehe nach Schule.
B
Ich gehe zur Schule.
C
Ich gehe in die Schule.
Slide 2 - Quiz
Vertaal: Wij gaan naar Zürich.
Slide 3 - Question ouverte
Vertaal: Zij gaan naar het zwembad.
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal: Ik ga naar mijn oma
Slide 5 - Question ouverte
Welke voorzetsels betekenen 'door' in het Duits?
Slide 6 - Carte mentale
Vertaal: wij liepen door het park
Slide 7 - Question ouverte
Vul in: Senioren konnten (door middel van een brief) wählen.
Slide 8 - Question ouverte
Vul in: Die Frage wurde (door mij) gelöst.
A
durch mich
B
von mir
Slide 9 - Quiz
Welke vertalingen ken je voor 'bij'?
Slide 10 - Carte mentale
Vul in: Er wohnt noch (bij zijn ouders).
Slide 11 - Question ouverte
Er stellte sich ..
A
ans Fenster.
B
beim Fenster.
C
zum Fenster.
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste vertaling van 'voor'?
A
für
B
vor
Slide 13 - Quiz
Maak een voorbeeldzin met 'für'
Slide 14 - Question ouverte
Maak een voorbeeldzin met 'vor'.
