H2 - Grammatica - week 5 -Woordsoorten H1 - les 2

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Slide 1 - Diapositive

- Stillezen
- Woordsoorten H1 - afronden

Doel: 
- Je kunt in een zin aangeven wat het bezittelijk vnw. is en wat het persoonlijk vnw. 
- In een zin kun je aangeven welke woordsoorten gebruikt zijn. 



Vandaag in de les:

Slide 2 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive


Voornaamwoorden zijn woorden die verwijzen naar personen, dieren of andere zelfstandige dingen

Er zijn verschillende soorten voornaamwoorden.
Voornaamwoorden

Slide 4 - Diapositive


Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) duidt een persoon, dier of ding aan: 

- zij verloren de wedstrijd; pas op, hij bijt!; ik heb het op tafel gelegd.
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Diapositive


Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is

Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: 
jullie tuin, ons feest, jouw beste vriend.
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Diapositive

Bez. en pers. voornaamwoord

Slide 7 - Diapositive

In het schema zie je dat je, haar, ons, jullie en hun zowel persoonlijk als bezittelijk voornaamwoord kunnen zijn. Je kunt de woordsoort bepalen door het woord te vervangen door hij, hem of zijn.

• Een persoonlijk voornaamwoord kun je vervangen door hij of hem.
– Is dit volbloedpaard van jullie? → Is dit volbloedpaard van hem? → jullie = pers.vnw

• Een bezittelijk voornaamwoord kun je vervangen door zijn.
– Dat is haar verrekijker. → Dat is zijn verrekijker. → haar = bez.vnw
Vervangen

Slide 8 - Diapositive

Wist je dat Frankrijk onze favoriete vakantiebestemming is?

Wat zijn de pers. en bez. voornaamwoorden?
In een zin...

Slide 9 - Diapositive

De lokettist overhandigde hun de kaartjes met de nummers van hun plaatsen. 

Wat zijn de pers. en bez. voornaamwoorden?
In een zin...

Slide 10 - Diapositive

Wat:  eigen leerlijn grammatica woordsoorten H1
Wanneer: drie lessen (nu les 2)
Hoe: werk netjes. Kijk bij elk woord kritisch hoe het in de zin staat. 

SO volgende week maandag!
Aan de slag

Slide 11 - Diapositive