Havo 5 WO 6 Sprechen

1 / 16
suivant
Slide 1: Vidéo
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat maakt het Duits van Louis van Gaal "bijzonder"?
A
hij gebruikt Nederlandse uitdrukkingen
B
hij spreekt Nederlandse woorden gewoon Duits uit
C
hij verzint woorden
D
hij denkt, dat het Duits is

Slide 2 - Quiz

Vokale (klinkers): das a-Umlaut
Spreek het woord eerst voor jezelf uit, klik er dan op een spreek het na.



Mädchen
später
Käse
in der Nähe
eine ältere Schwester
Niederländisch
Pläne

Slide 3 - Diapositive

Vokale: das o-Umlaut
Spreek het woord eerst voor jezelf uit, klik er dan op een spreek het na.



Köln
Österreich
wir können
zwölf
Musik hören
Französisch

Slide 4 - Diapositive

Vokale: das u
Spreek het woord eerst voor jezelf uit, klik er dan op een spreek het na.



Kuh
vier Uhr
Urlaub
meine Mutter
Musik hören
mein Bruder

Slide 5 - Diapositive

Vokale: das u-Umlaut
Spreek het woord eerst voor jezelf uit, klik er dan op een spreek het na.



Tür
fünfzehn
jüngere Schwester
Prüfungen
Tschüs
üben

Slide 6 - Diapositive

Vokale:eu / äu
Spreek het woord eerst voor jezelf uit, klik er dan op een spreek het na.



Europa
15 Euro
Freunden
Häuser
Träume
Gebäude

Slide 7 - Diapositive

Vokale: y
Spreek het woord eerst voor jezelf uit, klik er dan op een spreek het na.



Gymnasium
Olympische Spiele
Ypsilon

Slide 8 - Diapositive

Zischlaut (sisklank)


  • z = ts 
  • s voor een klinker  = (zachte) z
  • sp / st (aan het begin van een lettergreep) = sch
  • ss / ß = s


Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 9 - Diapositive

Diphthonge
  • eu = oi
  • ei = ai
  • au = au
  • (äu = oi)
     Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 10 - Diapositive

Aufgabe: Sleep de woorden naar de juiste klank.
ich-Laut
ach-Laut
Tochter
sechzig
Nächte
Nacht
Milch
suchen

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Vidéo

Das -n am Ende des Wortes
In het Duits spreek je de -n aan het eind van een woord altijd uit.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Üben


  • Zischlaut: Seite 140 + 141
  • Umlaut: Seite 165 + 166


Slide 16 - Diapositive