Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3V les 3 P3
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
fr
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Le programme d'aujourd'hui
Herhaling passé composé (vorige les)
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdendvoorwerp (source H)
Vocabulaire A + B
Slide 2 - Diapositive
Pak je maison être in je slack erbij + je aantekening.
Slide 3 - Diapositive
Vertaal: Zij is vertrokken. (partir)
Gebruik een hoofdletter en punt
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal: Hij heeft geluisterd. (écouter)
Gebruik een hoofdletter en punt
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal: U heeft teruggegeven. (rendre)
Gebruik een hoofdletter en punt
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: Hij heeft gehad. (avoir)
Gebruik een hoofdletter en punt
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: Zij (vrl) zijn aangekomen. (arriver)
Gebruik een hoofdletter en punt
Slide 8 - Question ouverte
Prenez des notes! (aantekeningschrift)
Slide 9 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Je kan zeggen: Pierre geeft
bloemen
aan Aurélie
OF
Pierre geeft
het
aan Aurélie
Je gebruikt hier het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Slide 10 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Pierre donne des fleurs
à Aurélie.
Pierre donne quoi?
- des fleurs (lvw)
Slide 11 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Pierre donne
des
fleurs à Aurélie. (meerdere bloemen dus mv)
Pierre
les
donne à Aurélie.
Welke kies je? Le, La, Les, L'?
Je moet weten of het zelfstandig naamwoord mannelijk/vrouwelijk/meervoud is.
Slide 12 - Diapositive
Je vois une maison.
A
Je le vois.
B
Je la vois.
Slide 13 - Quiz
Je voudrais un café noir.
A
Je le voudrais..
B
Je la voudrais.
Slide 14 - Quiz
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Waar plaats je het persoonlijk voornaamwoord?
Altijd voor het eerste werkwoord in de zin (persoonvorm), TENZIJ er een infinitief staat, dan komt het voor het infinitief.
Wat is een infinitief?? --> Heel werkwoord.
Voorbeeld: parler en niet parlé.
Slide 15 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
PLAATS
Demain, je vais donner les livres à Jean-Luc.
A. Demain, je
les
vais donner à Jean-Luc.
B. Demain, je vais
les
donner à Jean-Luc.
Slide 16 - Diapositive
Au travail!
Quoi?
Faire les exercices 29c,d,e + 30 c,d,e
Comment?
Livre d'exercices à la plage 120,121,122
L'heure?
10 minutes
Fini?
Apprendre les mots A,B chapitre 3
Slide 17 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Slide 18 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
A4 Fatl dinsdag 9 maart
Mars 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
persoonlijk voornaamwoord
Mars 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
A4 Fatl dinsdag 9 maart
Février 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Le pronom personnel
Mars 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Le pronom personnel
Avril 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Le pronom personnel
Juin 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
herhaling grammatica chapitre 4 : het persoonlijk voornaamwoord
Mars 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4H, ch 4deel 2 grammaire C le pronom personnel
Février 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4