Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2021-2022
Slide 1 - Diapositive
Programma
Nakijken
Opdracht bespreken
Vorige les
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Diapositive
Nakijken t/m h3.9
Slide 3 - Diapositive
Vragen?
Slide 4 - Diapositive
Bespreken 3.8
Slide 5 - Diapositive
Verandering reëel inkomen
Verandering reëel inkomen =
verandering nominaal inkomen - inflatie
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Als de prijzen stijgen...
Willen mensen ook meer loon!
Slide 8 - Diapositive
Prijscompensatie
Als de lonen net zo veel stijgen als de prijzen.
Slide 9 - Diapositive
Gevolg
Hogere lonen betekenen voor bedrijven hogere kosten. Die kosten berekenen zij door in de verkoopprijs van hun producten.
Als de prijzen stijgen, willen werknemers weer loonsverhoging, enzovoort.
Dit is de loon-prijsspiraal en die zorgt voor voortdurende inflatie.
Slide 10 - Diapositive
Arbeidsproductiviteit
Het vergroten van de productie per werkende
De actieven meer uren per jaar laten werken --> productie wordt hoger
Arbeidsproductiviteit per uur verhogen
Slide 11 - Diapositive
Verhogen arbeidsproductiviteit
Gebruik maken van machines, computers etc
Scholing
Specialisatie
Slide 12 - Diapositive
Hoger loon door hogere arbeidsproductiviteit?
Een werknemer produceert per uur meer, dus levert ook meer geld op
Wanneer werknemers op grond van de gestegen arbeidsproductiviteit bovenop de prijscompensatie nog een algemene loonstijging krijgen, noemen we dat een initiële loonstijging.
Slide 13 - Diapositive
Om wat voor andere redenen kunnen werknemers salarisverhoging krijgen?
Slide 14 - Question ouverte
Incidentele loonstijging
Een loonstijging die niet voor iedereen geldt en het gevolg is van:
Promotie
Overwerken
Stijging van aantal dienstjaren
Slide 15 - Diapositive
Werknemer ziet loon als beloning van zijn werk Hoe ziet de werkgever dit?
Slide 16 - Question ouverte
(Internationale) concurrentiepositie
Als de lonen stijgen, worden producten duurder
Gevolg:
Dit is slecht voor de concurrentiepositie van een bedrijf
Er zullen minder verkopen plaats vinden
Winst daalt
Minder ruimte voor investeringen
Slide 17 - Diapositive
Kostprijs
Alle kosten die je bij de productie maakt, moet je terugverdienen in de verkoopprijs.
kostprijs per product.
Dat zijn alle kosten die je hebt voor het maken van één product.
Slide 18 - Diapositive
Voorbeeld arbeidsproductiviteit
1 werknemer maakt 10 hoesjes per uur
Loon is €20 euro per uur.
Loonkosten = €20,00 : 10 = €2,00
Werknemer heeft een cursus gehad
1 werknemer maakt 20 hoesjes per uur
Loonkosten = €20,00 : 20 = €1,00
Gevolg? → Kostprijs daalt (het is immers goedkoper een product te maken)
Slide 19 - Diapositive
Winst
De winst van een bedrijf hoeft dus niet per se te dalen als de arbeidsproductiviteit toeneemt!
Voor een werkgever is het dus belangrijk om de loonkosten per product goed in de gaten te houden