Oefenen H5

Koppel de woorden die bij elkaar passen.
Mens
Luidspreker
Lucht
Microfoon
Water
Geluidsbron
Geluidsbron
Tussenstof
Tussenstof
Ontvanger
Ontvanger
1 / 43
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Koppel de woorden die bij elkaar passen.
Mens
Luidspreker
Lucht
Microfoon
Water
Geluidsbron
Geluidsbron
Tussenstof
Tussenstof
Ontvanger
Ontvanger

Slide 1 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De ________ van een trilling geeft aan hoe ________ het geluid is. De eenheid van geluidssterkte is __________

De hoeveelheid trillingen geven de _________ aan. De eenheid hiervan is _________. 

_________ is de tijd die nodig is om een hele golf te maken in _________
Trillingstijd
Decibel
Hard/zacht
Hertz
Amplitude
Frequentie
Seconde

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

geluidsbron                  Tussenstof                  Ontvanger
Koptelefoon
Geluidswal bij de snelweg
Geluid zachter zetten
Raam dicht doen
Oordoppen indoen

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je een geluid daadwerkelijk hoort, moeten er in je oor een aantal stappen achter elkaar plaatsvinden. Zet de volgende stappen in de juiste volgorde.
Een geluidsbron produceert een geluid.
De luchtdruk buiten je oor verandert.
Je trommelvlies gaat trillen.
Zintuigcellen nemen de beweging waar.
De hersenen ontvangen het signaal.
Je bent je bewust van het geluid: je hoort het geluid.

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De stem van een meisje is meestal ..................... dan de stem van een jongen.

Een basgitaar maakt een ............... geluid dan een viool.

Als je dichter bij de snelweg komt, wordt het geluid steeds ...........................................
harder
zachter
Hoger
Lager

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste plaats:

De                            geeft aan hoe hoog het geluid is.
De eenheid hiervan is Hertz (Hz)                        . 
Betekent hoeveelheid                            per                          .

De                           geeft aan hoe hard het geluid is.
De eenheid hiervan is                          .
Wordt aangegeven met de                                   .

amplitude
trillingen
geluidssterkte
Seconden
Decibel (dB)
Frequentie

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsbron
Tussenstof
Trilling
Vul het ontbrekende woord in. 
Je kunt het geluid van een geluidsbron alleen horen 
als er een                                   is tussen de geluidsbron 
en je oren.

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de plaatjes zie je verschillende situaties die met geluid te maken hebben. Sleep de getallen naar het juiste plaatje.
20dB
30 dB
100 dB
80 dB

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie en amplitude
Zacht
Hard
Laag
Hoog

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de juist combinaties
Frequentie verschil
Amplitude verschil

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Amplitude zegt wat over de:
Frequentie zegt wat over de:
Geluidssterkte meten we in: 
Frequentie meten we in:
Amplitude
Trillingstijd
Hertz
Decibel
Toonhoogte
Geluidssterkte

Slide 11 - Question de remorquage

De amplitude is de hoogte van de trilling en zegt iets over hoe hard het geluid is (geluidssterkte). Dit wordt gemeten in decibel. 
De trillingstijd is de tijd van één trilling, hoe groter de trillingstijd, hoe kleiner de frequentie. 
Frequentie geeft informatie over de toonhoogte (hoe groter, hoe hoger) en wordt gemeten in Hertz. 
Sleep de juiste woorden naar de juiste plek
Hoe........................ de amplitude, hoe zachter het geluid
Hoe........................ de amplitude, hoe ......................... het geluid
groter
kleiner
harder
hoger
lager

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Trillingstijd
Amplitude

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een geluidsbron produceert een geluid, na 12 seconde ontvangt de bron het geluid. het geluid reist 3100 m. Wat was de snelheid van het geluid?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een maatregel tegen geluidsoverlast die je bij de geluidsbron kan nemen.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid gaat van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
Schrijf drie tussenstoffen op.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de frequentie van dit geluid?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de frequentie van dit geluid?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4 zin 1
Vergelijk het geluid van 94 dB met het geluid van 88 dB
Het geluid van 94 dB is .. db harder dan het geluid van 88 dB

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de frequentie van deze
geluidsgolf?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast een weergave van een trilling. Hoe groot is de amplitude?
A
A = 40 cm
B
A = 28 cm
C
A = 12 cm
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hoger de amplitude
A
hoe hoger het geluid
B
hoe lager het geluid
C
hoe harder is het geluid
D
hoe zachter is het geluid

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De geluidssnelheid in water is 1500 m/s.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pieter ziet een bliksemflits. Hij telt tot 3 seconden en dan hoort hij de donder.
De geluidssnelheid is 340 m/s.
Bereken de afstand tot het onweer.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie bereken je door?
A
F = t / 1
B
F = t x 1
C
F = 1 / t
D
F= 1 x t

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsnelheid in lucht is 343 m/s
tijd = 5 seconde
Wat is de afstand die het geluid aflegt?
A
68,6 m
B
1,8 km
C
1715 m
D
hiervoor heb je niet genoeg gegevens

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De frequentie is 100 Hz. Wat is de gehoordrempel bij deze frequentie?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kleiner de amplitude (geluidssterkte), hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool voor frequentie en de eenheid van de frequentie


A
L en dB
B
f en dB
C
L en Hz
D
f en Hz

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen geluidssterkte en frequentie

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

geluidssnelheid = 343 m/s

Hoelang duurt het voordat geluid een afstand van 1000 meter heeft afgelegd?
de geluidssnelheid = 343 m/s

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het frequentie bereik van een hond?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke toon is het zachtst? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de frequentie van de stemvork

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de amplitude van een trilling?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige zeeschepen maken gebruik van sonar. De snelheid van geluid in water = 1500 m/s. De sonar van een schip vangt een echo op, 0,2 s nadat het geluid is weggestuurd.

Hoe diep is de zee op die plaats?
(Laat je berekening zien)

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de
frequentie?
A
50Hz
B
100Hz
C
500Hz
D
1000Hz

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is frequentie?
A
Aantal trillingen per uur
B
Aantal trillingen per minuut
C
Aantal trillingen per seconde

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De geluidsnelheid in lucht is 340 m/s.

Wat is de afstand die het
geluid in 3,5 seconden aflegt?

A
2,5 km
B
97 m
C
1190 m
D
340 m

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een potvis zendt geluiden uit die tegen een inktvis worden teruggekaatst.
De echo komt na 1,5 s bij de potvis terug. Bereken hoever de potvis bij de inktvis vandaan is.

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Joris staat voor een bergwand te roepen. Hij hoort de echo na precies 3 seconde.
Hoe ver staat Joris van de bergwand af.

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions