2T - K6 - regelmatige werkwoorden met uitzonderingen, herhaling

Leerdoel
Aan het eind van de les weet je welke onderdelen van het regelmatig werkwoord je nog moet leren en/of oefenen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Aan het eind van de les weet je welke onderdelen van het regelmatig werkwoord je nog moet leren en/of oefenen

Slide 1 - Diapositive

Hoe kom je aan de stam van een werkwoord in het Duits?

Slide 2 - Question ouverte

De stam van "kommen" is
A
kom
B
komm
C
komme
D
kommen

Slide 3 - Quiz

De stam van "atmen" is
A
atme
B
atmen
C
atm
D
atmet

Slide 4 - Quiz

De stam van "tun" is
A
tuen
B
tu
C
tue
D
tut tut

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

kommen:
Wann ____ ihr?

Slide 7 - Question ouverte

denken:
Du ____ immer lange über deine Antwort nach.

Slide 8 - Question ouverte

bleiben:
Wir ___ heute nicht lange.

Slide 9 - Question ouverte

wohnen:
Meine Oma ___ in Hamburg.

Slide 10 - Question ouverte

heißen:
Du ___ doch Lydia?

Slide 11 - Question ouverte

arbeiten:
___ Peter auch hier?

Slide 12 - Question ouverte

regnen:
Es ___ schon den ganzen Tag.

Slide 13 - Question ouverte

reden:
Die Lehrerin ___ immer zu lange!

Slide 14 - Question ouverte

wohnen:
Inge hat lange in Berlin ___.

Slide 15 - Question ouverte

arbeiten:
Meine Mutter hat bis spät abends ____.

Slide 16 - Question ouverte

atmen:
Der Fisch hat nicht mehr _____.

Slide 17 - Question ouverte

Ik moet nog:
Het rijtje van "spielen" leren
De uitzonderingen leren
Oefenen
Leren en toepassen
Ik hoef niets meer, ik kan dit al

Slide 18 - Sondage