Hoofdstuk 4 intro

Hoofdstuk 4 intro
Elektriciteit
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 intro
Elektriciteit

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welke elektrische apparaten ken je in huis? Noem er minstens 3

Slide 3 - Question ouverte

Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen. Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
De bliksemflitsen tijdens onweer
B
De donderslagen tijdens onweer
C
Het licht van de zon
D
De warmte van de zon

Slide 4 - Quiz

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten. Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft maar één aansluiting. Die wordt de 'plus' van de batterij genoemd.
B
Een batterij heeft maar één aansluiting. Die wordt de 'min' van de batterij genoemd.
C
Een batterij heeft twee aansluitingen. Die worden de 'plus' en de 'min' van de batterij genoemd

Slide 5 - Quiz

Om stroomdraden dit een plastic isolatielaag. Waarom zit die isolatielaag er?
A
Omdat je anders je vingers verbrandt aan de hete stroomdraad.
B
Omdat je anders een elektrische schok kunt krijgen.
C
Omdat elektrische stroom gemakkelijk door plastic heen kan stromen.

Slide 6 - Quiz

De LED-lamp op je fiets heeft maar één batterij nodig om fatsoenlijk te kunnen branden. Wat gebeurt er als je dit LED-lampje aansluit op de accu van een auto?
A
Het lampje brandt door.
B
Het lampje gaat branden zoals het in je achterlicht brandt.
C
Het lampje gaat zwak branden.

Slide 7 - Quiz

In je telefoon zit een batterij. Na enige tijd moet je die weer opladen. Wanneer raakt je batterij het snelste leeg?
A
Als je muziek aan het luisteren bent.
B
Als je chat met vrienden.
C
Als je de lamp aan hebt staan.

Slide 8 - Quiz

Een gesloten stroomkring
  • Om een lampje te laten branden, heb je een gesloten stroomkring nodig

Slide 9 - Diapositive

Lading
De woorden 'stroom' en 'stroomkring' maakt duidelijk dat er 'iets' door de snoeren en het lampje beweegt.

Dat iets noemen we de lading

Slide 10 - Diapositive

Lampje blijft uit
Lampje gaat aan
Gesloten stroomkring
Open stroomkring

Slide 11 - Question de remorquage

Geleiders en isolatoren

Slide 12 - Diapositive

Schakelaar

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive