wetgevingen en kwaliteit + toediening medicijnen inclusief formatieve toetsing

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Paraveterinaire vakkenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplan vandaag
  • Terugblik wetgeving en kwaliteit --> quizz
  • Opdracht toediening diergeneesmiddelen  --> individueel
  • Leerdoelen evalueren --> samenwerken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizz

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar anders dan het Centraal Bureau Geneesmiddelen kun je de wet en regelgeving vinden over diergeneesmiddelen?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stelling over diergeneesmiddelen is onjuist?
A
Een diergeneesmiddel is herkenbaar aan de kanalisatiestatus
B
Een diergeneesmiddel heeft altijd een REG NL nummer
C
Een diergeneesmiddel moet altijd het woord diergeneesmiddel bevatten
D
Een diergeneesmiddel kun je alleen bij de dierenarts kopen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

UDA staat voor
A
Uitsluitend door dierenarts/apotheker afleveren
B
Uitsluitend door dierenarts toedienen
C
Uitsluitend op recept afleveren
D
Uitsluiten door aangekeurde specialist afleveren

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stelling is waar
Met de cascade regeling voor medicijnen ...
A
houdt de veearts een logboek bij van behandelde dieren
B
kan de wachttijd van medicijnen bepaald worden
C
heeft de dierenarts meer behandel mogelijkheden
D
kan de overheid in de gaten houden of de dierenarts de regels volgt

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een diergeneesmiddel moet een therapeutisch en/of preventieve werking bevatten
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een diergeneesmiddel moet een ..... functie kunnen herstellen, wijzigen of verbeteren
A
Mechanische
B
Zintuigelijke
C
Profylactische
D
Fysiologische

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de 2 wegen waarop medicijnen toegediend kunnen worden

Slide 13 - Question ouverte

systemisch, lokaal
UDD staat voor
A
Uitsluitend door dierenarts toe dienen
B
Uitsluitend door veterinair toe dienen
C
Uitsluitend op recept toe dienen
D
Uitsluitend doormiddel van injectie toe dienen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het nut van dit vak? Wanneer ga jij deze theorie toepassen in de praktijk??
Benoem een praktijkvoorbeeld

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toedienen diergeneesmiddelen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht toediening diergeneesmiddelen



  • Download de opdracht toedienen geneesmiddelen van ELO/Balie en apotheek/veterinaire apotheek 1/opdrachten
  • Lees hoofdstuk 1 van het ontwikkelcentrum diergeneesmiddelen
  • Maak de opdracht toediening diergeneesmiddelen 45 minuten
  • Tijd over? Maak een samenvatting van hoofdstuk 1 of oefenen toedienen oor/oog/huid --> praktijk
  • Morgen kijken we de opdracht na

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

2 aan 2 bespreken
5 min
Leerdoelen opschrijven inleveren bij docent
Opdracht
Bespreek alle onderstaande lesdoelen 2 aan 2
  1. Je kan 2 manieren benoemen hoe diergeneesmiddelen toegediend kunnen worden
  2. Je kunt de voordelen en nadelen bedenken van een bepaalde toedieningswijze
  3. Je kunt uitleggen wat bijwerkingen en complicaties zijn
  4. Je kunt uitleggen wat farmacokinetiek is en waarom het noodzakelijk is
Klassikaal nabespreken

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions