Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Tekst
6.5 Elektrische energie
Slide 1 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Energie meten.
De kilowattuurmeter registreert
hoeveel elektrische energie er is verbruikt. Voor elektrische energie gebruiken we de eenheid kilowattuur.
De SI eenheid voor energie is de joule (J)
Kilowattuur en Joule kun je omrekenen.
1kWh = 3.600.000 J.
Slide 2 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd
Joule (J) Watt(W) Seconde(s)
In formule vorm:
E= P x t
E is energieverbruik in J
P is vermogen in W
t is tijdsduur in s
Slide 3 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd
(in kWh) (in kW) (in h)
In formule vorm:
E= P x t
E is energieverbruik in kWh
P is vermogen in kW
t is tijdsduur in h
energiekosten = energie ( in kWh ) x prijs per één kW h
Slide 4 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een apparaat met een vermogen van 1 kW staat 3 uur aan. Bereken het energieverbruik.
antwoord: E = P x t = 1kW x 3 h = 3 kWh
Een apparaat met een vermogen var 0,5 kW staat 5 uur aan.
Bereken het energieverbruik.
antwoord: E = P x t = 0,5 kW x 5 h = 2,5 kWh
Slide 5 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd
(in kWh) (in kW) (in h)
energiekosten = energie ( in kWh ) x prijs per één kWh
Slide 6 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in joule.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Slide 7 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in joule.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule: E = Pxt
Gegevens: P= 1200 W
t= 12 min = 12x60 = 720 s
Berekening: E= 1200 x 720 = 864000 J
Slide 8 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in Kwh.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Slide 9 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in kWh.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule: E = Pxt
Gegevens: P= 1200 W =1,2kW
t= 12 min = 12/60 = 0,2 uur
Berekening: E= 1,2 x 0,2 = 0,24 kWh
Slide 10 - Diapositive
Met welke formule bereken je het energie verbruik?
A
E = P x t
B
P = U x I
C
E = P / t
D
P = t / E
Slide 11 - Quiz
Het energieverbruik kun je meten. In welke eenheid meet je energieverbruik?
A
A
B
kWh
C
V
D
W
Slide 12 - Quiz
Een ledlamp van 4,20 W brandt 180 s. Wat is het energieverbruik van de ledlamp? Het energieverbruik van de ledlamp is
A
675 J
B
576 J
C
756 J
Slide 13 - Quiz
Je hebt meerdere apparaten in huis aanstaan met een totaal vermogen van 0,5 kW. Je gebruikt de apparaten 3 uur per dag. Wat is het energie verbruik voor een heel jaar?
A
E = 1,5 kWh
B
E = 547,5 kWh
C
E=547.000kWh
D
E = 2190 kWh
Slide 14 - Quiz
Energieverbruik = vermogen x tijd. Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
Energieverbruik =
1000 : 1.5 = 666.7 kWh
B
Energieverbruik =
1000 x 1.5 = 1500 kWh
C
Energieverbruik =
1 x 1.5 = 1.5 kWh
D
Energieverbruik =
1 x 1.30 = 1.3 kWh
Slide 15 - Quiz
Een waterkoker staat 2 min aan. Het vermogen van de waterkoker is 2200W Wat is het energie verbruik? (J)
A
4400J
B
264.000J
C
792.0000J
D
440J
Slide 16 - Quiz
Elektrische energie 6.5
Berekenen van het vermogen
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen van de wasmachine
Slide 17 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen van het vermogen
Formule: (E = P x t) P = E / t
Gegevens: E= 6 kWh =
T= 2 uur
Berekening: P = 6 / 2 = 3 kW
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen van de wasmachine
Slide 18 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen van de tijdsduur
Je hebt je haar met een föhn met een vermogen van 800 watt
gedroogd.Je hebt hierbij 0.067 kWh aan energie verbruikt.
Hoeveel minuten heb je je haar gedroogd.
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Slide 19 - Diapositive
Elektrische energie 6.5
Berekenen van de tijdsduur
Je hebt je haar met een föhn met een vermogen van 800 watt
gedroogd.Je hebt hierbij 0.067 kWh aan energie verbruikt.
Hoeveel minuten heb je je haar gedroogd.
Formule: (E=P x t) t = E / P
Gegevens: P = 800 W = 0,8 kW
E= 0.067 kWh
Berekening: t = 0.067 / 0.8 = 0.083 uur x 60 = 5 minuten
Slide 20 - Diapositive
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen in kW van de wasmachine
A
3kW
B
6kW
C
2kW
D
12kW
Slide 21 - Quiz
Een wasmachine heeft een vermogen van 1800 watt.
Het draaien van een was kost 4,5 kWh
Hoeveel uur heeft de machine gedraaid
A
4,5 uur
B
1,8 uur
C
0.72 uur
D
2,5 uur
Slide 22 - Quiz
Elektrische energie 6.5
Je zit op je kamer 3 uur huiswerk te maken.
Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan.
Één kWh kost 0,15 euro.
Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.
E = P x t
P = 3x60 + 400 + 200 + 1000 = 1780 Watt = 1,78 kW
t= 3 uur E = 1,78 x 3 = 5,34 kWh
5,34 kWh x 0,15 = 0,80 euro
Slide 23 - Diapositive
Je zit op je kamer 3 uur huiswerk te maken. Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan. Één kWh kost 0,15 euro. Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.