Week 19 Lezen 5.12 en 5.13

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Week 19

Planning

Lezen 5.12 & 51.3 BK

Nieuwsbegrip online

LET OP: in de toetsweek laatste toets lezen hoofdstuk 5 en 6

Zorg voor markeerstiften

Huiswerk week 19

Op niveau Lezen

5.12 Opdracht 2.1 t/m 5.2

Nieuwsbegrip online

5.13 Basis leerlingen

Opdracht 6.2 t/m 6.4

Opdracht 7.1 t/m 7.4

5.13 Kader leerlingen

Opdracht 8.1 t/m 8.6

Leerdoelen

• herken je overtuigende teksten;
• kun je feiten en meningen onderscheiden;
• kun je uitleggen of je het met een schrijver eens bent;
• ken je manieren voor een inleiding en een slot.

Les 1

Stil lezen + theorie 5.12

Op niveau 

Lezen 5.12 BK

Lezen

Een recept is een voorbeeld van een overtuigende tekst.

1. Waar
2. Niet waar

In een overtuigende tekst wil de schrijver laten zien dat zijn mening goed is.

1. Waar
2. Niet waar

Een feit is iets waar je het wel of niet mee eens bent.

1. Waar
2. Niet waar

Een feit is iets wat je kunt controleren of opzoeken.

1. Waar
2. Niet waar

Een mening is persoonlijk.

1. Waar
2. Niet waar

In onze klas zitten meer jongens dan meisjes’ is een mening.

1. Waar
2. Niet waar

Les 2 & 3

Op niveau 

Lezen 5.12 BK

Tekst ‘Festival bezoeken niet leuk meer’

Huiswerk: 2.1 t/m 5.2

Wat is het onderwerp van de tekst?

Geef antwoord op de vraag die bij jou past:
Als je weleens een festival hebt bezocht: Welk festival? Wat heb je er gedaan of gezien?
Als je nog nooit een festival hebt bezocht: Wat denk je dat je op een festival kunt zien en doen?

Waar ga je in de tekst zeker iets over lezen?

1. regels op een festival
2. slecht weer tijdens een festival
3. het aantal bezoekers van een festival

Wat is de bron van de tekst?

Wie is de auteur van de tekst?

Aan de slag

Lezen BK 5.12

Opdracht 2.1 t/m 5.2

Les 4 & 5 

5.13

Inleiding  - slot 

Nieuwsbegrip online

Inleiding 

Je weet al dat een tekst een inleiding, een middenstuk en een slot heeft. De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. 

Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen:

1. het onderwerp van de tekst noemen;

2. een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;

3. een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.

Slot

Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor:

1. een korte samenvatting van de tekst geven;

2. een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);

3. een advies geven of een oproep doen aan de lezer.

Je begrijpt een tekst beter als je let op de manier die de schrijver gebruikt in de inleiding en het slot.

Heb jij weleens geprobeerd wat gezonder te eten?

1. Inleiding
2. Slot

We moeten dus afwachten of deze nieuwe winkel een succes wordt.

1. Inleiding
2. Slot

De cd is verrassend, vrolijk en heel knap gemaakt. Koop hem, hij is je geld waard!

1. Inleiding
2. Slot

Dit hoofdstuk ging over ontdekkingsreizen. Je weet nu hoe Noord-Amerika en Zuid-Amerika ontdekt zijn.

1. Inleiding
2. Slot

In deze paragraaf leer je hoe je haar verft met permanente haarkleuring.

1. Inleiding
2. Slot

We stonden in de rij bij de kassa, met onze zakjes chips en blikjes drinken. De kassière keek niet bepaald vrolijk toen we allemaal apart wilden afrekenen.

1. Inleiding
2. Slot

Aan de slag

Lezen BK 5.13

Basis leerlingen

Opdracht 6.2 t/m 6.4

Opdracht 7.1 t/m 7.4

Extra voor kader:

Opdracht 8.1 t/m 8.6