Powercollege 8_nabeschouwing

Weten we het nog? Hoe meten we welvaart?
1. BNP/hoofd
2. VN-welzijnsindex
3. beroepsbevolking
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Weten we het nog? Hoe meten we welvaart?
1. BNP/hoofd
2. VN-welzijnsindex
3. beroepsbevolking

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent: welvaart?
A
als mensen genoeg geld hebben voor (meer dan) hun basisbehoeften
B
geld dat je krijgt of verdient
C
een grote belangrijke verandering
D
goederen of diensten kopen

Slide 2 - Quiz

De welvaart in een land kun je het best bepalen op basis van.........?
A
BNP
B
HDI
C
HDI/ hoofd
D
BNP/hoofd

Slide 3 - Quiz

Welk begrip hoort er bij welzijn?
A
Koopkracht
B
BNP
C
Analfabetisme
D
Armoedegrens

Slide 4 - Quiz

Wat hoort niet bij welzijn?
A
Onderwijs
B
Gezondheidszorg
C
Aantal auto's per 1000 inwoners
D
Levensverwachting

Slide 5 - Quiz

De verdeling van welvaart in de VS
Vraag: Welke conclusie kun je hieruit trekken?

Slide 6 - Diapositive

Welke conclusie trek jij uit slide 1?

Slide 7 - Question ouverte

Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
  • A = Centrum
  • B = Semi-periferie
  • C = Periferie
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.

Slide 8 - Diapositive

Waarom is heet BNP bij A (slide 2) hoger, denk je?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de formele en de informele sector?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe kunnen we een land indelen op basis van welvaart?

Slide 12 - Question ouverte

Waarom moet je uitkijken met het meten van welvaart aan de hand van het BBP/hoofd?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de agrarische sector
C
Meeste mensen werken in de diensten
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten

Slide 14 - Quiz