§3.2

3.2 
Begrippen:
  • Regionale werkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Frictie werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

3.2 
Begrippen:
  • Regionale werkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Frictie werkloosheid
  • Structurele werkloosheid

Slide 1 - Diapositive

Regionale werkloosheid
  • Verschil tussen regio's
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele
regionale werkloosheid 2017
Werkloosheid die in bepaalde gebieden van het land hoger is dan gemiddeld in het land.

Slide 2 - Diapositive

Seizoenswerkloosheid

Slide 3 - Diapositive

Seizoenswerkloosheid
  • Tijdelijk (kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele)

Slide 4 - Diapositive

Structurele werkloosheid (1)
  • Blijvend

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeldvraag
  • Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid in Nederland? Maak een keuze en verklaar je antwoord.
  • Antwoord:
  • structurele werkloosheid
  • Het antwoord is inderdaad structurele werkloosheid, maar wordt toch fout gerekend, want de juiste verklaring mist.


Slide 6 - Diapositive

Frictiewerkloosheid 
Je verliest je baan en zoekt een andere...

Je studeert af en zoekt een baan...

De tijd hiertussen heet frictiewerkloosheid

Slide 7 - Diapositive

Waardoor ontstaat er structurele werkloosheid?
A
Doordat Lammert de baan van Eelco overneemt
B
Doordat een machine je baan overneemt
C
Doordat werk naar lage loon landen word verplaatst
D
Doordat de winter is begonnen

Slide 8 - Quiz

Frictiewerkloosheid
Solliciteren, tijdelijk werkloos

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke bedrijven hebben te maken met seizoenswerkloosheid?
A
aardbeienteler
B
Italiaans restaurant
C
kinderopvang
D
makelaar

Slide 11 - Quiz

Wat is regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat de werkloosheid in een bepaald seizoen hoger is.
C
Dat de werkloosheid in bepaalde gebieden hoger is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Slide 12 - Quiz

Frictiewerkloosheid is:
A
het loopt niet lekker tussen jouw en je baas
B
je hebt alleen werk in een bepaald seizoen
C
je hebt alleen werk in een bepaalde regio
D
je bent "in between jobs"

Slide 13 - Quiz

Welke bedrijven hebben te maken met seizoenswerkloosheid?
A
camping
B
Grieks restaurant
C
sportleraar
D
veearts

Slide 14 - Quiz

Hoe ontstaat structurele werkloosheid nog meer?
A
moderne technieken met minder personeel
B
economische crisis

Slide 15 - Quiz